zondag, januari 30, 2011

 

Haags-Chinees Nieuwjaar net niet wegbezuinigd.


Ach wat is de gemeente Den Haag toch trots op haar Chinatown, de enige plek in deze kosmopolitische stad met een behoorlijke restaurantdichtheid. Dat de Chinezen nog wat meer bij te dragen hebben aan de sfeer in het Haagse Oude Centrum dan alleen Tja Siew en Ku Lu Kai is in deze tijden van bezuiniging blijkbaar niet belangrijk voor de gemeente. Lees dit persbericht en wrijf U de ogen nog eens uit. De jaarlijkse optocht met draken en leeuwen kan er dit jaar niet vanaf. Een fraai en kleurrijk straatfeestje dat jaarlijks veel bezoekers trekt (en flink wat inkomsten genereert) is de nek omgedraaid omdat de gemeente de som van 25.000 Euro  (!!) niet wil bijdragen. 

Op voorhand heeft de Haagse gemeente bij haar aantreden al aangekondigd flink te zullen bezuinigen op culturele zaken. Den Haag is daardoor één van de koplopers onder de gemeentes waar het cultuurbezuigingen betreft en is daarmee Roomser dan de Paus. Hoorden we tijdens de gemeenteraadsverkiezingen de huidige wethouder van cultuur (van dezezestig) nog strijden met die kale kerel van de PVV over behoud van cultuur, er komt nu blijkbaar weinig van terecht. Het is me een raadsel waar de gemeente mee wil komen aanzetten als Den Haag Culturele Hoofdstad wil worden. Van de PVV mocht alleen Vlaggetjesdag blijven bestaan. Het Residentieorkest werd bij monde van zijne kaalhoofdigheid gedegradeerd tot een tromboneclubje en er viel meer van dat soort cultuurfascisme te beluisteren tijdens de verkiezingscampagne. De andere partijen en met name dezezestig zetten een gezicht op alsof ze stront roken. Maar nu blijken die andere partijen zelfs bang voor een paar draken en leeuwen. Haagse gemeente, laat naar je kijken!

VLR

Naschrift: Uiteindelijk is het wel doorgegaan. De plaatselijke middenstand had immers al geïnvesteerd. Maar uiteraard ging het dit jaar wel op halve kracht en minder spectaculair.

Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • woensdag, januari 26, 2011

     

    N.a.v. 08

    Giorgione (1477/78 - 1510) en Titiaan (?) (1488/90 - 1576): Slapende Venus. Gemäldegalerie, Dresden.











    Venus

    avondrood zorg dat de jongens van het dorp je niet vinden
    al zijn je lakens nog zo wit zij zullen ze besmeuren
    in hun velden vonden zij vlaaien meiden maar geen teerbeminden

    laat de zon nog even schijnen en de wolken bloemen
    je kleur licht broedend onder je oksel maar je hand geeft geen bescherming
    en de boom is al gekapt

    wat kan er eigenlijk nog gebeuren?



    BP

    Klik hier voor meer afleveringen in deze serie.

    Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • dinsdag, januari 25, 2011

     

    The Book of Monsters 04

    Copyright Villa La Repubblica 2011. Click on the picture to enlarge. Klik op het plaatje voor een vergroting. Click here to see more monsters. Klik hier voor meer monsters.

    Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • maandag, januari 24, 2011

     

    Den Haag . Studio Loos . zondag 30 januari . 20.30 uur !!!!!

    Uw Villa ontving van Tanja Smit onderstaande uitnodiging die doet watertanden. Dit wordt leuk tot fantastisch. De redactie heeft het maar even aangevuld met plaatjes en extra informatie:

    beste vrienden en collega´s,
    voor wie het aandurft: een eerste (kortdurende) muzikale uitvoering van een paar van mijn tekstwerken, in samenwerking met componiste Anne Welmer en onderstaande musici.
    hartelijke groeten,
    Tanja

    30 january 2011 • sunday • 20h • studio loos

    MoPS (aoaa)


    a night of improvised music... wallpaper music... experimental music... electronic music... soundscape pop...

    the programme:

    • anne wellmer • analog garden (15') • performance/installation voor laptops

     Anne Wellmer presents the performance installation ANALOG GARDEN. Please bring your laptop to play a (short) QT movie file. Your laptop will be part of the piece. The more laptops the merrier!

    ANALOG GARDEN consists of a collection of video clips which were generated with analog synthesizers at the Experimental Television Center upstate New York during a residency in 2008 with Katherine Liberovskaya. The ETC includes legendary vintage analog video synthesizers and processors, custom built by David Jones, Dan Sandin and others. For a long time I have been dreaming of a garden of TVs to present many of these clips simultaneously... the material was made for oldfashioned television sets and playing them back on laptops isn't exactly the same. nevertheless:

    whoever brings their laptop (on time) will get a clip to participate in the piece and then take home...

    • yolanda uriz (processed flute) + yamila rios (processed cello) (15')










    • tanja smit • textworx for voices (15') performed by

    ãngel faraldo, marie guilleray, matteo marangoni, sandra pujols,
    cora schmeiser, tanja smit yolanda uriz, anne wellmer

    tanja smit's textworks explore and expose language in it's printed form. They consist of simple, repetitive manual interventions in already existing printed texts, which vary from newspaper- and magazine articles to whole books. Some interventions are more formal and some are more content-based, though in general they are both; exploring the hidden structures and meanings of the text. They are meditations on language, obsession, music, power, play, design, structure and beauty.

    a small selection of the textworks will be performed. they will be used as musical graphic scores. anne wellmer's graphic derivations consist of an array of isolated single layers. added are musical rules/instruction.


    • intermission •

    • KRK • matthew ostrowski (electronics) + george cremaschi (contrabas + electronics) (40')

    KRK, founded in 2005 by George Cremaschi and Matthew Ostrowski, has devoted itself to a muscular integration of electronic and acoustic soundworlds, drawing on their more than 40 years of combined experience working in a variety of genres. Their concise, spontaneous compositions unite formal tautness with a fierce yet controlled energy, melding real-time musique concrete with virtuosic extended technique to open up undiscovered spaces in electro-acoustic performance. Building on their experience, with more than 60 concerts in over a dozen countries to their credit, KRK continues to innovate and redefine contemporary improvisational practice.

    • pascal plantinga (bass guitar, voice, video) • soundscape pop (15')



    .... 30 january 2011 sunday
    .... doors open: 20:00. concert: 20:30 sharp.

    ......... Studio lOos
    ......... De Constant Rebecqueplein 20B
    ......... Den Haag, netherlands

    ......... 5 euro / 3 euro if you bring a pillow for comfort or
    a laptop to join the analog garden
    ......... ......... ......... !!!

    for more info see also http://mopsaoaa.co.cc/
    mops (aoaa) = museum for performed scores (and other accessible arts)

    + + +
    + + +
    + + +

    for more music at studio loos see
    http://www.loosfoundation.com
    ephémere - every 2nd thursday in the month
    wonderwerp - every 3rd thursday in the month


    it would be lovely to see you there!
    .))))))))
    .... anne wellmer
    http://www.nonlinear.demon.nl


    Tanja Smit
    www.tanjasmit.com

    Labels: ,

  • CONTACT
  • Facebook
  • woensdag, januari 19, 2011

     

    Van niets naar nergens 23









    De zeven plagen van het dorp: Afrikaanse olifant (Loxodonta africana) plaatje Biodiversity explorer.Nijlpaard (Hippopotamus amphibius) plaatje Biodiversity explorer.Baviaan (Papio hamadryas) plaatje Biodiversity explorer. Groene meerkat (Cercopithecus pygerythrus) plaatje Biodiversity explorer. Quelea’s (Quelea quela) plaatje Wikipedia.Roodvoorhoofdwever (Euplectes horeaceus) plaatje Wikipedia. Grenadierwever (Euplectes orix) plaatje Wikipedia.

    Klik hier en scroll naar beneden om te zien wat vooraf ging.


    Er was een commissie die het schrikdraad beheerde. Dat wil zeggen: niet alleen het draad en het aan- en uitzetten, maar ook de transformator en het onderhoud van het geheel. In de middaghitte liepen wij langs het draad en langs de dorpsakkers, aan de andere kant van het draad was dichte struiksavanne. Daar staat zeker veel stroom op voor die geweldige beesten? vroeg ik. Nee, zei de Hawaïaan, de olifanten schrikken al geweldig van een klein stootje. Ja! beaamde het dorpshoofd, we hebben het gemerkt, we hebben nu veel minder olifantenproblemen. Maar de gewassen groeien niet erg, constateerde de Canadozwitserse boer die met zijn voet wees naar de maïs die de kopjes boven het zand had gestoken, maar die vervolgens waren verbrand in de zon. Ja, zuchtte het dorpshoofd, te weinig regen hè.
    - Maar kunnen jullie dan niet wat anders verbouwen? Iets wat niet meteen verbrandt
    als het opkomt en kun je er geen fruitbomen boven zetten voor de schaduw?
    - Ja, bomen planten gaan we ook doen, maar verder, wij Zambianen willen onze nshima kunnen eten en daar hebben we maïs voor nodig. Als je nshima eet voel je je weer sterk! glunderde het dorpshoofd en hij kreeg lachend bijval van een paar meelopende dorpelingen.

    Alles goed en wel, er was dus schrikdraad tegen de olifanten en een heuse commissie om het gebruik en onderhoud ervan te beheren. Maar nu waren er altijd nog de nijlpaarden, de apen, de bavianen en één van de grootste plagen: vogeltjes, verschillende soorten gekleurde wevervogeltjes en quelea’s, door het dorpshoofd allemaal samengevat onder de naam cardinals. Roodgevlekte vogeltjes, we zagen ze rondvliegen. Zaad, knoppen, fruit, niets was veilig voor die beesten. Ze waren erger dan ratten en muizen volgens de dorpelingen. Er was nu dan wel dat prachtige schrikdraad tegen de levensgevaarlijke olifanten, maar er moesten nu jongens naar de akkers gestuurd worden om voortdurend de apen, bavianen en vogels te verjagen. En die jongens moeten eigenlijk op school zitten, zei de Hawaïaan ernstig. En de bavianen zijn erg brutaal, voegde één van de dorpelingen er aan toe. Ze zijn ook gevaarlijk, bevestigde een ander. Ze zijn niet bang meer en plunderen soms zelfs de voorraadhutten. Liever tien luipaarden dan twee bavianen. De nijlpaarden kwamen soms ook, maar dan ’s nachts. Die draaiden hun poot er niet voor om een hele akker met jonge kool om te woelen en leeg te eten. En je kon er toch niet aan gaan staan om iedere nacht met vuur en lawaai die beesten weg te houden?

    Vreemd eigenlijk dat ze in dit dorp geen sorghum of cassave hebben, dat groeit hier toch beter dan maïs? vroeg ik de Hawaïaan terwijl we terugliepen naar de boot. De mensen zijn hier erg conservatief, ze zouden ook aardappels kunnen telen, maar ze willen nu eenmaal nshima eten van witte maïs, want dat hoort zo, zei hij. Onderweg werden we weer vriendelijk begroet door dorpelingen die met hun dagelijkse zaken bezig waren. Overal liepen de geiten met hun jongen. Ik verzuchtte tegen de Hawaïaan dat ik het toch een navrant gezicht vond, die vette geiten die overal het sappige groen opvraten tegenover de magere moeders met hun kindertjes en dan die verhalen over wilde beesten die gewassen opeten. Het leek wel alsof dit dorp zich geen raad wist met zijn omgeving. De Hawaïaan legde uit dat deze mensen hier ook pas enige generaties woonden (oorspronkelijk kwamen ze uit het Noorden) en binnen die tijd was er veel veranderd. De regenperiodes waren hier minder berekenbaar, er kon steeds minder op wild gejaagd worden en uiteindelijk kwamen ze aan de rand van een nationaal park te wonen waardoor er steeds meer groot wild in de buurt kwam, dat niet meer bang was voor mennsen omdat het niet meer gejaagd werd. Maar dat olifantenschrikdraad werkt en het nieuwe hospitaaltje is ook een teken van vooruitgang, vond de Hawaïaan.

    Bezweet en puffend namen we weer plaats in de motorboot, waar de stuurman ons opwachtte. In de verte kwam een front van donkere, grauwe wolken opzetten en de atmosfeer was drukkender geworden. Maar op de Zambezi was het water nog zo blauw als de lucht en de rietkragen staken frisgroen boven het water uit. De boottocht gaf veel verkoeling. Bij de monding van de Luangwa waren brede en hoge rietvelden. De stuurman loodste er handig langs, opzoek naar nog meer nijlpaarden die daar inderdaad in overdaad aanwezig waren. Hun koppen hadden de kleur van rosbief gekregen door de warmte en daardoor staken zij goed af tegen het groene riet en het blauwe water. Iedereen vond het spannend zo dicht bij de nijlpaarden te zijn. De nijlpaarden zelf zagen het gemelijk aan.

    Weer aan land troffen we gezamenlijk voorbereidingen voor het warme eten. Het werd een uitgebreide picknick op het gazon van Keith en Wendy. We hadden de Hawaïaan ook uitgenodigd, de stuurman verontschuldigde zich. Tijdens het eten werd er gediscussieerd. Hoe het toch kwam dat de geiten in het dorp wel te eten hadden en de kinderen niet, waarom die mensen niet een ander standaardvoedsel verbouwden dan maïs, waarom het dorp niet gewoon verhuisd werd naar de meer bewoonde wereld zodat de natuur weer haar gang kon gaan. De Hawaïaan gaf zo goed en zo kwaad als het ging antwoord maar leek weinig opgewassen tegen zoveel Zwitserse verontwaardiging. Het leek immers wel of de dorpelingen niet van dieren hielden en de dieren alleen maar als vijanden zagen. Het was met name de Cz. boeren wel duidelijk geworden dat de Zambianen voor het leven van een dier echt geen stuiver gaven.

    Hoewel wij met zijn vijven reisden begon de negatieve teneur van het Zwitsers kwartet mij tegen te staan. Het zal ook door de vochtige hitte zijn gekomen dat ik enige stemverheffing bij mezelf bemerkte. Ik betoogde dat het voor ons wel erg makkelijk oordelen was over de bewoners midden in de Afrikaanse rimboe. Armoede, ziekte en dood zijn de zaken waar die mensen iedere dag maar zo’n beetje uit moesten zien te komen, betoogde ik. Ik zei, om even flink olie op het vuur te gooien, dat ik me levendig kon voorstellen dat die mensen liever een dooie olifant zagen dan een levende en dat gold ook voor de nijlpaarden en alle andere plagen van de jungle. Ik betoogde dat Europeanen er ook alles aan gedaan hadden om al het wild dat hun vee bedreigde of beconcurreerde uit te roeien. Ik gaf Nederland als voorbeeld, waar de bevolking er nu op kikte om in een expres verwilderd weiland wat halftamme koeien te zien lopen naast wat domme parkherten. De enorme ruimte die grote dieren nodig hebben om steeds het beste voedsel te zoeken was in een land als Nederland eenvoudig niet meer aanwezig. En als compensatie en uit blinde dierenliefde wilden we nu dan dat de mensen in een Afrikaans dorpje maar vrienden werden met de wilde dieren die hun oogst belaagden.

    Studentje D. had er schik in en bracht naar voren dat er in Zwitserland toch wel veel wilde natuur over was omdat er niet te veel grootschalige landbouw en veeteelt was en omdat er veel Zwitsers waren die van de natuur hielden. De naïviteit van het argument pookte mijn irritatie alleen nog meer op. Of diezelfde Zwitserse kleine boeren er dan niet voor gezorgd hadden dat hun veestapel beschermd werd tegen roofdieren door die weg te schieten? En dat de Zwitsers zich hun wildernis ook konden permitteren door de bankrekeningen in hun land. “En reken maar niet dat dat geld verdiend is met het beschermen van de natuur!”

    Hier merkte ik dat ik te ver was gegaan. Er viel een zinderende stilte. In de verte klonk het geronk van twee nijlpaarden

    De Hawaïaan had het hoofd afgewend en keek met grote concentratie over de rivier. Well, I think you have a point there. Het was de Cz. boer die de stilte doorbrak. Maar ik kreeg geen tijd me daarover te verbazen.
    Maar wij kunnen die mensen vanuit het westen toch adviseren? Juist omdat we dingen fout hebben gedaan, weten we ook hoe we dingen goed moeten doen, riposteerde studentje D. Ik antwoordde iets in de geest van hoe hij het als Zwitser zou vinden als de Nederlanders of de Chinezen of de Arabieren of de Afrikanen in Zwitserland dwingend kwamen vertellen hoe het allemaal beter kon. Maar dat was het verkeerde argument, want in Zwitserland liep alles steeds goed. Het was de Cz. boer die vond dat ik toch wel een point had, immers, hij wist als boer hoe je met de grillen van de natuur geconfronteerd werd.

    Gelukkig kwam Wendy met flesjes koude Mosi aanlopen. Ik dacht dat jullie die nu wel konden gebruiken, glunderde zij. Onze dankbaarheid was groot. De benauwdheid begon nu in de namiddag ook wat af te nemen. De grauwe, laaghangende bewolking was dreigend dichterbij gekomen. Onder de wolken door scheen de laagstaande zon die alles in een gouden licht zette. Zou het gaan regenen? vroegen we ons af. Keith, die zich bij ons gevoegd had op zijn gazon, dacht van niet. Maar morgen zou het wel eens flink tekeer kunnen gaan, dacht hij.

    Als de zon in Afrika daalt is het zaak snel thuis te geraken want de duisternis valt dan snel in. De Hawaïaan maakte dan ook aanstalten te vertrekken en ik ging met hem mee naar zijn onderkomen.

    Hij had een paar hutjes met een erfje aan de rand van het dorp Luangwa, landinwaarts. Hij kon aanvankelijk in een huisje wonen. Maar dat was bouwvallig en het zat vol kakkerlakken. Hij had er een tijd gebivakkeerd, maar toen kwam het idee om in een hut te gaan wonen. Hij had nu een ronde hut, nóg een ronde hut om in te koken en een schuurtje om spullen in op te slaan. Voor water was er een put en er was een openbaar long drop toilet omgeven door riet. De mensen in Luangwa kwamen op het idee dat hij in een hut kon wonen en ze hadden hem geholpen. Hij had ook een kok. Soms was die er niet en dan moest hij zelf koken of bij Keith en Wendy eten. De kok was wat onvoorspelbaar, dus dat kwam soms slecht uit.

    En heb je hier vaker logés gehad? vroeg ik. Nee, nog nooit, je bent de eerste. Heb je voldoende ruimte? Ja, ik had naast de matras van de Hawaïaan voldoende ruimte om mijn luchtbed neer te leggen.
    - Zitten hier ook muskieten? vroeg ik.
    - Nee die komen hier niet in de hut. Ik weet niet waarom, maar ze komen hier niet.
    Ik pakte mijn spullen uit en onderwijl trok de Hawaïaan een lange broek, sokken en een shirt met lange mouwen aan. Hij ging naar buiten om een eindje van de hut een vuurtje te stoken. Het wordt zo meteen donker, we kunnen nog even bij het vuurtje zitten, we krijgen denk ik nog bezoek, zei hij in het voorbijgaan.

    En inderdaad, twee buren sloften langs. De Hawaïaan nodigde ze uit bij het vuur te komen zitten en haalde wat flesjes Mosi. Uiteraard moest ik uitleggen wie ik was en waar ik vandaan kwam. Ik zei dat ik just a tourist was. Nee, verbeterde de Hawaïaan mij en sloeg een hand op mijn schouder, hij is een traveller, hij is a regular visitor of Zambia. Dat maakte de tongen los bij de twee buren. Of ik vond dat zaken verbeterden in Zambia? Wat ik vond van president Mwanawasa? Uiteindelijk eindigden we in een discussie over de nieuwe op handen zijnde Zambiaanse grondwet (de zoveelste). Hoe de Nederlandse grondwet dan in elkaar zat en of die dan anders was dan bijvoorbeeld de Amerikaanse? Of het dan niet lastig was om een koningin als staatshoofd te hebben? En dan zou in Nederland dus eigenlijk de premier gekozen moeten worden, zoals in Zambia de president gekozen moest worden? Ik stelde voor dat Nederland zijn staatshoofd inruilde voor een gekozen president maar dat stuitte op verzet bij de twee Zambianen. Als je een vorst had die zich aan de grondwet hield, was dat volgens hen ver te prefereren boven een gekozen president die eens in de zoveel tijd de verkiezingen moest winnen. Uiteindelijk werd het tijd voor de buren om nshima te gaan eten. Morgen zou het weer vroeg dag zijn. Zij namen afscheid en verdwenen in de donkere, zoele nacht.

    De Hawaïaan pookte nog wat in het vuur en uiteindelijk trokken wij ons terug in de slaaphut.

    We praatten nog wat na in het licht van de olielamp. De Hawaïaan praatte over een mogelijke toekomst voor hem in Luangwa. Als Keith en Wendy hun vakantie appartementjes konden realiseren, dan zou hij misschien wat reisjes over het water naar de dorpen langs de Zambezi en de Luangwa kunnen organiseren voor toeristen. Of een simpel vakantieverblijfje in één van de dorpen. Maar dan alleen voor rugzak toeristen die gewend waren zich te behelpen en respect hadden voor de plaatselijke bevolking. De toeristen konden dan kennis maken met leven in een Afrikaans dorp en de dorpelingen hielden er wat aan over.

    De Hawaïaan draaide de olielamp uit. Het was nu volstrekt donker, er was werkelijk geen kiertje licht. In de verte blaften honden en er werd ergens gezongen. Of ik er niet voor voelde om in Luangwa te blijven en mee te werken aan de plannen van de Hawaïaan? Ik vertrouw je en ik mag je, zei hij. Maar nee, ik had thuis mijn verplichtingen, vond ik. Ik had dit argument nog nooit zo hol horen klinken. De Hawaïaan zuchtte en bleef even stil. Weet je, er zijn hier natuurlijk genoeg mensen om mij heen, en de mensen zijn echt fantastisch hier, ik hou echt van ze, maar het zijn geen mensen met wie je je diepste gedachten deelt. Dat zijn de mensen hier ook niet gewend. Je kunt je hier soms zó eenzaam voelen.


    BP

    Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • maandag, januari 10, 2011

     

    Wintery Clippings 02

    The yellow and the pink; Het geel en het roze. Copyright Villa La Repubblica 2011. Click on the picture to enlarge; Klik op het plaatje voor een vergroting.


    Click here for more Wintery Clippings.
    Klik hier voor meer Wintery Clippings.


    Also take a look here.
    Neem hier ook een kijkje.

    Labels: ,

  • CONTACT
  • Facebook
  • zondag, januari 09, 2011

     

    Enzo Cucchi en de magie van het tekenen.

    Tekenen concurreert wat mij betreft met muziek als de meest magische en meest basale van alle kunsten. Tekenen ligt aan de basis van alle andere beeldende kunsten, maar ook van het schrijven, inclusief het schrijven van muzieknoten. Daarmee ligt het ook – samen met geluid - aan de basis van communicatie. De mens die ontdekte dat je met een simpele kras een teken voor iemand achter kan laten en daarmee die ander kan beïnvloeden, moet zich een ware tovenaar hebben gevoeld.

    Daarnaast en daardoor is tekenen ook één van de individueelste van de kunsten. Naast dat de lijn altijd een karakter van zichzelf heeft, geeft ze ook op seismografische wijze de fysieke en geestelijke kracht van de tekenaar weer, of die dat nu leuk vindt of niet. Tekenen kan op die manier soms bijna als een vorm van ademen gezien worden.

    Uiteraard is voor veel beeldende kunstenaars van vroeger en van nu het tekenen de basis van hun werk. En voor een flink aantal goede kunstenaars is het inderdaad een vorm van ademen. Enzo Cucchi  (1949) is er daar één van. Zijn oeuvre hangt als het ware van tekeningen aan elkaar. Op betrekkelijk kleine velletjes papier worden door hem soms grote ruimtes en landschappen geschapen die op verschillende manieren intrigeren.

    Klik op het plaatje voor een vergroting.

    Neem bovenstaande tekening uit 1984. Die is maar 14 bij 22 cm. en is getekend met simpele middelen: balpen en donkere inkt. Voor menigeen zal het intrigerende vooral in de voorstelling liggen. Een figuurtje dat naar de grond reikt naar iets wat lijkt op het einde van de regenboog; terwijl wolken als twee grote, zwarte, zware stenen boven een dikke, donkere horizon hangen. Of zijn het daadwerkelijk stenen? Hun schaduwen glimmen donker over het land. Is het wel land? Het figuurtje staat volstrekt eenzaam in het geheel, is bezig met die regenboog, terwijl achter hem de donkere wolken en hun duistere, dreigende schaduwen de rest van de ruimte bepalen. Alleen de regenboog loopt transparant - zoals regenbogen zijn - door de compositie en lijkt daarmee een teken van hoop en verlichting in dit dreigende geheel. En ook overigens: weet het figuurtje dat de twee zware wolken aan de horizon hangen? Of verdraagt het die grootse dreiging omdat het niet anders gewend is eenzaam te leven met twee zware wolken/stenen en nu en dan een regenboog?

    Allemaal intrigerende vragen die nooit beantwoord kunnen worden. Maar wat mij betreft is het mooie vooral dat deze voorstelling niet anders kan bestaan dan in deze getekende vorm. Het gebruik van balpen lijkt lukraak en tegendraads, maar het is in feite hét materiaal om de structuren weer te geven zoals ze weergegeven worden. Het geeft het gladde van het landschap (landschap?) weer, de dikke steenachtige structuur van de wolken, het fragiele van het figuurtje en het transparante van de regenboog. Het lijkt erop dat Cucchi niet lang heeft hoeven nadenken met welk medium hij deze voorstelling wilde weergeven. Sterker: de voorstelling lijkt rechtstreeks uit het materiaal te zijn voortgekomen. Als een gedachte die ontstond mét haar materialisering.

    Klik op het plaatje voor een vergroting.

    Weer wat kleiner (12 bij 16 cm.) is bovenstaande tekening op karton uit 1986. Toch is deze beduidend voller. Er wordt weer volop ruimte gesuggereerd. De tekening is gemaakt met grafiet (potlood) en wat rode en blauwe inkt. Grafiet is één van de veelzijdigste materialen. De zachtste potloden kunnen een diep donker maken en een goed geslepen punt kan fijne details aanbrengen. Verder kun je het potlood zacht langs het papier strelen maar er ook resolute halen mee maken. Dat maakt potloodtekenen bijna tot spreken.

    De monumentale lopende figuur is opgebouwd met stellige halen, stellig, maar ook met enige zwier. Dat toont ook het genuanceerde van het potloodtekenen aan, zeker wanneer de grafietstift in de hand van een goede tekenaar als Cucchi zit. De schaduwen rond de lopende figuur (zijn het wel schaduwen?) tonen weer een andere nuance van de grafietstift: donkere vegen, hier en daar flink gedoezeld met een doezelaar. Verder speelt Cucchi een spel met de ruimte: loopt de figuur tegen een vlak decor aan dat van boven is gescheurd? Of loopt hij als een reus naar een stad toe, zijn linkervoet nog op een gebouw? Cucchi speelt dat spel met de mogelijkheden van grafiet, zoals alleen grafiet dat kan met zijn bijna sprekende kwaliteiten. Rechts staat nog een ding (een reusachtige hand? een palmboom? beide?) flink donker getekend; het zwart van het grafiet is hier aangezet en uitgesmeerd met blauwe inkt. Het donkere, zachte grafiet laat zich makkelijk opnemen door de gekleurde inkt. Hetzelfde geldt voor het rood dat de beweging van de lopende figuur onderstreept. Met andere woorden: het hele intrigerende komt weer door het tekenen zelf en het materiaal waarmee krassen, halen, lijnen worden gemaakt.

    Klik op het plaatje voor een vergroting.

    Nog één tekeningetje: een potloodtekening van 24 bij 17 cm. uit 1991. Hier weer een wonderlijk spel van hardere omschrijvende lijnen en vervagende lijnen; maar ook de verfijningen van de vogels en de gebouwen op het schild (of het beeld?) dat de figuur (een kunstenaar?) toont.

    Alles bij elkaar lijkt er niet zo veel veranderd sinds mensen op grotwanden tekenden. Niet veel in essentie, maar wel veel qua inhoud. Er zijn sindsdien verhalen bij gekomen, vormen en allerlei vormentalen hebben door de eeuwen heen de revue gepasseerd. Het werk van Cucchi is typerend voor dat alles, die grote optelsom die onze huidige cultuur is.

    En dat is tevens de weerstand die zijn werk begin jaren ’80 opriep. Het is nu bijna onvoorstelbaar. Het waren de jaren dat ik zelf op de kunstacademie zat. Toen ik daar eind jaren ’70 ging studeren, werd het door menigeen onvoorstelbaar geacht dat je sowieso de wil had goede schilderijen of tekeningen te maken. Dat mocht althans niet zo heten. Toen ik de academie verliet, begin jaren ’80, was tekenen en schilderen, gewoon met figuren, landschappen, etc., en dan vooral groots, woest, mysterieus en met een dwingende compositie, de grote mode. Mede onder invloed van mensen als Cucchi.

    Het heeft bij kunstenaars van mijn generatie in ieder geval de waarde van een tekening weer onder de aandacht gebracht. Niet het knappe, maar de pure magie van de lijn, de oerkras waarmee nog steeds gespeeld wordt.


    BP
    Tekeningen uit de catalogus van de tentoonstelling Enzo Cucchi. Roma, 1992, in de Hamburgse Kunsthalle.

    Klik hier voor meer kunst.
    Klik hier voor meer artikelen.

    Labels: , ,

  • CONTACT
  • Facebook
  • zaterdag, januari 01, 2011

     

    Gelukkig nieuwjaar!


    La Dolce Vita kijken tijdens de jaarwisseling. De beste remedie tegen kruitdamp. Een Vita meer dan Dolce aan iedereen gewenst voor het komend jaar!

    VLR
  • CONTACT
  • Facebook