zondag, april 19, 2009

 

Doe een wens bij een put of val erin 021



de winter komt
herten zijn gevaar voor volksgezondheid drinken uit
de vijver werpen gewei af de dame trekt
een wenkbrauw op zij tuit haar lippen en kijkt in
haar spiegeltje naar haar make-up herten burlen in de tuin
gewei in de nacht de dame is eindeloos verdrietig
legt uit hoe ik het zou willen (kushand) zegt:
bloot is beter want stuk minder gevaarlijk - treed buiten
je oevers overstroom alles
legt uit dat ik iets wil
vries
dood in wak en drijf niet - jouw probleem: je houdt
te veel van….
in de verte vrouwen met schaatsen en
honden het lachen vergaan lekke tobbe zinkt
wrijf je
ogen uit kijk door het grote hek zie:

heb je iets gemist dan ligt het daar waarschijnlijk nog
honden blaffen naar vrouwen naar de bodem
grijp
achter het hek voordat alles zinkt
de dame kijkt uit
het raam honden zwijgen eerste sneeuw ligt in de tuin
herten tongzoenen niet - leggen hun geweien in elkaar
schade aan het hoofd dus aan het hert

Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • donderdag, april 02, 2009

     

    Van niets naar nergens 13


    Zumbo vanuit de lucht. Met Uw muis kunt U in de kaart zaken van verderaf bekijken en/of de omgeving bekijken.


    Het is misschien wat vreemd, maar als je in een ander land komt - al ben je er maar twee nachten - moet je je soms verantwoorden. Dat doe je bij een grenskantoor. Het Mozambiekaanse grenskantoor lag aan de overkant van de Zambezi in Zumbo. Dat soort bezoeken kosten altijd veel tijd en als doekje voor het bloeden vertelde de vriendin dat Zumbo ook een historische plek is, waar nog veel is te zien. De Canadozwitserse boer trok misprijzend zijn wenkbrauwen op. In zo’n stadje kon volgens hem niet veel te zien zijn behalve armoede. Je gaat toch ook mee? vroeg ik de vriendin. Ze glimlachte geruststellend: ja, ik zal jullie meenemen naar het immigratiekantoor en de rest van het stadje laten zien. Er zijn nog overblijfselen van de oude slavenmarkt.

    Een oude slavenmarkt bezichtigen! Dat lieten wij toeristen ons geen twee maal zeggen! Maar de vriendin had ook minder goed nieuws: de motorboot was kapot en we moesten met de roeiboot overgezet worden naar de overkant. De Cz. boeren keken getroffen op. Met de roeiboot? Hoe lang duurde dat dan wel? Ongeveer een uur zou de overtocht duren, beweerde de vriendin, mits de roeiers op tijd waren. Dus dat is dan een uur heen en een uur terug, rekenden de Cz. boeren uit. Was er dan nog wel tijd om rond te kijken in Zumbo? En als die roeiers er nu nog niet waren, zouden we dan wel op tijd terug zijn om ‘s middags op safari te gaan, en als die motorboot kapot was, zou hij dan morgen weer gerepareerd zijn, want we moesten toch op tijd terug zijn in Luangwa?

    De vriendin sloeg de ogen neer en zei dat ze hoopte dat de boot morgen weer klaar zou zijn. Ik voelde mij niet op mijn gemak in deze situatie en stond op om naar mijn onderkomen te gaan om daar iets onduidelijks te gaan doen. Ach, we vermaken ons wel, probeerde ik zo opgeruimd mogelijk te zeggen; misschien zien we nog nijlpaarden onderweg, of een vissende witkoparend.

    De studentjes liepen met mij mee. Ze vonden het ook allemaal slecht geregeld. Maar naar mijn idee was het gewoon verschrikkelijk lastig om als vrouw, in je eentje in Afrika een safarikamp te runnen, terwijl je ook de verantwoordelijkheid voor een kind hebt. En bovendien is Mozambiek nog niet gewend aan dit soort toerisme, voegde ik eraan toe. Tja, daar konden zij in komen.
    - Maar kan ze dan niet….. probeerde D., immer in de contramine.
    - Ik weet niet wat ze kan of niet kan, onderbrak ik hem en stond wat versteld van mijn eigen korzeligheid. De zon schijnt, het stikt hier van de interessante planten en dieren, het is hier paradijselijk, we hebben te eten, een goed onderdak, wat wil je nog meer? En ik verdween in mijn onderkomen om mijn klamboe op te rollen en mijn bed op te maken.

    De roeiers waren twee zeer grote, monumentale, diepzwarte Afrikanen. De één in rood T-shirt stond voor op de boot, de ander met ontbloot bovenlijf stond achterop. Beide roeiden zij ritmisch stroomopwaarts, hun brede pagaaien steeds dieper in het water plonzend. Vóór de blote roeier zat de vriendin met een mand geklemd in haar armen voor de boodschappen die zij zou doen op de markt in Zumbo. Met zorg in haar blik keek zij naar de andere oever alsof zij niet helemaal gerust was dat wij daar ooit zouden komen. Haar zachte gezicht en haar licht gedraaide hals staken verfijnd af tegen de zwoegende, zwetende roeier. De hitte was zwaar komen te hangen boven het water van de Zambezi. De stroom was krachtig, te krachtig om rechtstreeks over te steken. Ook waren er banken in het midden van de rivier. Dus voeren wij westwaarts langs de beboste oever tegen de stroom in. De stroming was sterk en het water leek taai van de hitte. De studentjes zagen van alles en wezen en hieven de kijkers. De Cz. boerin troostte haar man en de vriendin bleef zorgelijk kijken. Zweet parelde op haar voorhoofd en langs haar hals. En de roeiers roeiden met plonzende pagaaien.

    Na verloop van tijd kwam de Luangwa in zicht. Daar draaiden de roeiers de steven en roeiden de boot naar het midden van de rivier. Op het open water was het heet en vochtig. De zon had al een behoorlijke hoogte bereikt. De studentjes keken alleen nog stil om zich heen, de Cz. boeren waren zwijgzaam, de vriendin keek stil langs ons heen, de roeiers roeiden minder krachtig want we hadden de stroom nu mee. Nu moest de boot langs rietkragen en ondiepten geloodst worden.

    Nu en dan roeiden mannen in ranke makoro’s langs en groetten ons. Smalle uit hout gehakte bootjes met één of twee personen, staand punterend of pagaaiend. Donker en smal staken de horizontale makoro’s en hun verticale roeiers af tegen het glinsterende water en het felle licht.

    Onze roeiers hadden inmiddels de pagaaien verwisseld voor lange stokken. De boot voer door de stroming vanzelf de juiste kant op, maar moest wel gestuurd worden en hier en daar zelfs tegen gehouden.

    Onder veel bekijks van de plaatselijke kinderen kwamen wij aan bij de oever van Zumbo. De roeier met het rode T-shirt sprong in het water en liep naar de kant terwijl de andere de boot op zijn plaats hield in het ondiepe water. Vanaf de voorsteven moesten wij stuk voor stuk aan land springen, geholpen door de roeier met het rode shirt. D., het ene studentje, hielp de roeiers de boot op de kant te trekken terwijl P., de andere, de kinderen aan het fotograferen was. Er kwamen er steeds meer kijken en ze wilden allemaal op de foto, staand, zittend en gekke bekken trekkend.

    Geef ze geen geld of cadeautjes, maande de vriendin ons. Ze zijn arm, maar als ze leren bedelen, dan blijven ze arm.
    Als een lieve juf voor een schoolklasje zei ze dat we nu beter eerst snel naar het Mozambiekaanse douanekantoor konden gaan. We zijn wat laat, vandaar, en het kan nu ieder moment dicht gaan. Ik stond naast haar. Volg ons, zei ze lachend, knipoogde naar mij en draaide zich om in de richting van het dorp. Samen liepen we tussen de bomen, de struiken, de kinderen en de hutten.

    BP

    Labels:

  • CONTACT
  • Facebook