zondag, juli 29, 2007

 

Geesten in de zomer












De laatste maanden is het nogal eens rustig in Uw Villa. Een plant wordt er af en toe water gegeven, er is eens wat muziek, er wordt eens een hemd gestreken, er fermenteert een afwas. En dat alles omdat er buitenshuis veel moet gebeuren, zodat er thuis ook af en toe een boterham gegeten kan worden, of een kant en klare salade. Door dat alles weeft zich een sociaal leven. En soms bekruipt mij wel eens de gedachte: hier is de mens niet voor gemaakt.
1.
Zou het niet prettiger en zinvoller zijn je in het begin van de 17de eeuw te bevinden in Rome in een werkkamer waar ieder geluid zowel gedempt als intiem klinkt? Je te bevinden aan een werktafel met papier en inkt om daar je oneindig variërende muzikale inventies op te schrijven in een stroom van verschillende affecten, van humoristische tot bloedserieuze invallen, gevat in grote composities met meerdere eindes. Waarbij je de speler toezegt dat het stuk zonder probleem ook halverwege gestopt kan worden, bij één van de aangegeven eindes. Maar tegelijkertijd weet je dan dat je veel mist en aan je toehoorder - ook als je dat alleen zelf bent - veel onthoudt. En vervolgens zet je je achter het klavecimbel, niet ver van het open raam. De geluiden van buiten verworden tot achtergrond van de engelachtige klanken van dit stuk perfect Italiaans handwerk. En je verwondert je dat jij degene bent die al dit grillige en wonderlijke teweegbrengt. Stemmen die elkaar navolgen of imiteren, die dwars door elkaar heen redeneren, die in volle harmonie een gezamenlijke last dragen, die in wilde toonladders uit elkaar voortkomen. Iedere passage volgt op de andere met voldoende vanzelfsprekendheid en voldoende grilligheid om verder te willen. En ieder moment dat je een toets van het instrument aanraakt, zacht indrukt, is er weer die engelachtige klank. Het aanraken, toccare, daar gaat het om. De stukken die je bedenkt, improviserend, denkend, heten niet voor niets toccata’s. En de toetsen waarmee je dat doet, heten niet voor niets toetsen. Je toetst je harmonieën en je tast naar nieuwe klank. Toetsen zijn niet voor niets Tasten in het Duits. Je hoort hoever je grillige passages je in vervoering brengen, je hoort hoe je alles daarna weer relativeert in volgende passages. Je speelt, denkt en improviseert en je bouwt met iedere verzameling een nieuw universum.
Waarschijnlijk was de realiteit van het leven van Girolamo Frescobaldi (1583 - 1643) - over wie ik het hier heb - geheel anders. Hij was als organist zowel verbonden aan de St. Pieter in Rome als aan de Medici’s in Florence. Een heel gereis voor die tijd. En dan steeds die eindeloze kerkelijke ceremonieën waaraan hij deel moest nemen, nee, toch niet echt een leven om jaloers op te zijn.
Maar bovenal blijft er die eindeloze gedachtenstroom die als vanzelf ontstaan lijkt in Frescobaldi’s werkkamer, gesublimeerd in een aantal boeken met verzamelingen van toccata’s en andere stukken voor klavecimbel en orgel (Fiori Musicali I en II, Toccate e Partite I en II en Capricci boek I, en meer). Bij deze wat voorbeelden van het toetsen, tasten, het denken (mits U een computer heeft die geluid weergeeft):
http://zhi.net/spotlight/rz/rz9-28-01-concert07.mp3
http://www.felix-muntwiler.org/music/Frescobaldi_Toccata%20I11.mp3
http://organartmedia.com/sounds/carboni/Frescobaldi-Messa_3,7.mp3
http://www.esm.rochester.edu/organ/Sweden-trip/Audio/Orgryte-Recital/3-Orgryte-Frescobaldi1.mp3
http://www.claasharders.de/frescobaldi_toccata_ottava.mp3

2.
Bij Frescobaldi gaat het om de associaties met gevoelens, de affecten. Bij regisseur Zhang Ke Jia in diens film Still Life wellicht niet minder. Toegegeven, het is een heel verschil, van het Rome van de 17de eeuw naar Fengjie aan het gestegen water van de Gele Rivier voor de Drieklovendam. Het klimaat langs de rivier tussen de bergen is vochtig en warm. De zon lijkt er constant door een benauwde mist te schijnen. Het maakt alle figuren bezweet en alle contouren zacht en glimmend. Langs de oevers worden woonwijken met flatgebouwen gesloopt om de stad verder te laten wijken voor het wassende water. Mensen moeten hun huizen verlaten, muren vallen om, hele gebouwen zakken ineen. En dat alles in een vochtige hitte, benadrukt door contrastrijke beelden. Achter donkere vormen en ruimtes lijkt het licht verblindend fel. Maar door de dampige atmosfeer is de zon nooit te zien.
Een man uit het verre noorden is in Fengjie op zoek naar zijn vrouw en dochter, die daar zestien jaar geleden zijn achtergebleven. Een vrouw is op zoek naar haar man die haar twee jaar eerder verlaten heeft. Beider zoektochten leiden op de hellende oevers door de stad, die niet alleen gesloopt wordt met hamers en machines maar ook lijkt te bezwijken onder het benauwde, vochtige klimaat. Er zijn cruiseschepen voor toeristen, maar dat maakt de beelden er niet vrolijker op. Ook een nachtelijk dansfeest op een terras met uitzicht op de brug over het water wil de sfeer maar niet verbeteren. De zoektochten van de twee hoofdpersonen leiden door verschillende zorgvuldig gecomponeerde scènes, waarin de ruimte en de omgeving een eigen verhaal lijken te volgen. Zo spaarzaam als de dialogen zijn in de scènes, zo rijk zijn de beelden. Wanneer de hoofdpersonen bewegen, gaat de camera langzaam, als in het kielzog van de bewegingen, mee, allerlei details van de omgeving opnemend. Soms verdwijnen de figuren uit beeld en blijft de camera hangen op de details van een wand, een muur, een landschap.
Iedere scène lijkt een nieuw verhaal, steeds weer met een open einde. De weinig enerverende plot lijkt steeds meer door de omgeving opgezogen of opgelost te worden. Of door het vochtige klimaat. Allerlei details lijken hun eigen gang te gaan in de hoeken van de scènes. Terwijl twee personen staan te praten legt er in een hoek van het beeld in de verte een cruiseboot aan; terwijl twee personen aan een tafel, groot en donker, met elkaar spreken ligt er links onder in beeld een fel uitgelichte groene kool op de grond.
De scènes zijn grillig maar aftastend en langzaam, variërend van humoristisch tot melancholiek. Het één sluit het ander niet uit. En omgeving en achtergrond sluiten zich als zwijgende geesten om de zoektochten van de twee hoofdpersonen. De omgeving denkt en associeert en neemt hier en daar het heft in eigen handen.
Vreemd genoeg is deze grootse film maar mondjesmaat gedistribueerd. Ik moest in Amsterdam gaan kijken, want één of andere godheid heeft bepaald dat Den Haag dit niet hoeft te zien.
3.
Van Fengjie naar Catalonië. En van Frescobaldi’s Libri naar het Libro de Fantasmas van Tanja Smit. Kunnen de geesten achter Frescobaldi’s noten gehoord worden en kunnen de geesten vermoed worden in de scènes van Zhang Ke Jia, Tanja Smit identificeert ze in de bomen, in de kranten, in de omgeving, in de inkt van haar tekeningen. Op een stoffig pad van Nau Côclea in Catalonië lopen twee zwarte katten. Het pad leidt langs geploegd land, waarvan de voren als regels gelezen zouden kunnen worden. Maar bevatten zij ook letters? Het pad leidt langs een bosrand en struikerij. De herfstige bomen en struiken lijken op de zelfde wijze te zijn ontstaan als de figuren en wezens in de uitvloeiende inkttekeningen. Daartussendoor lijkt zich de dagelijkse actualiteit te wringen in de pagina’s van de kranten. Maar wat is die actualiteit? Wat is er werkelijk tussen de regels? Afgezien van de betekenis van sommige woorden, groeit er iets tussen de woorden? Zoals het licht lijkt te groeien tussen de takken van herfstige bomen? En de foto’s in de kranten, wat hebben zij eigenlijk met de tekst te maken? Ze bepalen de tekst, maar ze kunnen de tekst ook ontkennen. De tekst lijkt de plaatjes soms te imiteren.
Het gehele prentenboek is in zwartwit en bestaat ruwweg uit drie soorten platen: foto’s van details van de omgeving, inkttekeningen, waarbij de inkt rijkelijk uitvloeit, en bewerkte pagina’s van kranten en tijdschriften. In feite een minimum van wat je als beeldend kunstenaar doen kunt: tekeningen maken, wat fotootjes maken en wat in de krant krassen. Wanneer de omgeving ook aan de minimale kant is - een zandweg, een veld, een bosrand, nu en dan een huisdier - gaan zaken innerlijk en uiterlijk een eigen leven leiden. Een achtergebleven plas op het pad, lijkt in veelvoud terug te komen in de met water vervloeide inktplassen op papier, waaruit gezichten zich opdringen. Figuren maken zich los uit het papier en doorbreken de eenzaamheid van andere figuren. Groter en levender dan de figuren in de krantenpagina’s, die in het boek huizen, anoniem als muizen. Ook de twee zwarte katten - waarmee het boek opent en eindigt - lijken in het boek nu en dan tot geest te worden. Uitnodigend staan zij aan het begin van het boek op het zandpad te wachten. Hier en daar duiken ze weer eens op, omkijkend, soms als vage vlekken. En op het eind lopen ze weer weg.
Tanja schrijft dat het boek de weerslag is van een verblijf als artist in residence in het afgezonderde Nau Côclea. Waar ze regelmatig wandelingen maakte, het gezelschap had van twee katten en een hond, en waar ze in het nabijgelegen dorp dagelijks de krant kocht. Het resultaat is een reisverslag van een wandeling waarbij de beelden elkaars leven gaan leiden.
Op de website van Tanja is hier meer informatie over het boek en hoe het besteld kan worden.

Het vinden van geesten, het maken van eigen geesten, is de mens daar dan voor gemaakt? Of wordt het gewoon weer tijd voor een terrasje in deze bewolkte zomer?
BP

Labels: , ,

  • CONTACT
  • Facebook
  • vrijdag, juli 27, 2007

     

    Rutje en de mensenrechten

    Stompzinnigheid
    Waar het Rutje ontbreekt aan charisma moet het met stompzinnigheid gecompenseerd worden. Blijkbaar hoeven we van hem de principes van de rechtstaat en de scheiding der machten niet zo serieus te nemen. En vooral, als het om de mensenrechten gaat, hoeft Nederland - wat ons oppositieleidertje betreft - alleen maar zijn schouders op te halen. En met hem - volgens een
    bericht in het Algemeen Dagblad van 23 juli jongstleden (Rutte: Negeer uitspraak Europees Hof over Somaliërs) - de hele kamerfractie van de Veel Veel Dom:

    “Nederland zet de deur wagenwijd open voor nieuwe groepen asielzoekers door klakkeloos een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens over te nemen. Dat zegt de VVD na bestudering van de uitspraak over een Somalische asielzoeker.”

    Zo begint het artikel. Klare taal die een beroep doet op onze angsten voor binnengolvende stoeten Somali’s, die over de gehele wereld als bij trompetsignaal in vliegtuigen, auto’s en boten gestapt zijn om in ons land asiel aan te gaan vragen. En waarom? Omdat onze regering zo sukkelig en incompetent is om een uitspraak van een één of ander buitenlands hof klakkeloos te volgen? Dat mag gesuggereerd worden door hare majesteits oppositie, want de partij heeft de uitspraak ‘bestudeerd‘. Als de Veel Veel Dom dít verstaat onder studeren, dan wordt mij ook in één keer duidelijk wat Rutje onder studeren verstond tijdens zijn staatssecretariaat van onderwijs.

    Salah Sheekh
    Overigens, de betreffende uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (EHRM) is al enige maanden van kracht. Die uitspraak is bovendien niet alleen geldig voor Nederland maar voor alle landen die aangesloten zijn bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Er is bij mijn weten niet gebleken, dat er sinds de uitspraak van het Hof een plotselinge toestroom is van Somali’s in de landen die aangesloten zijn bij het EVRM, in casu in Nederland.

    Wat is het geval? Het Straatsburgse Hof heeft een klacht behandeld van de Somali Salah Sheekh. Salah Sheekh had een asielverzoek in Nederland gedaan. Hij beweerde als lid van de Ashraf clan gediscrimineerd te worden door de meerderheidsclans in Somalië. Discriminatie die leidde tot moord, geweldpleging en verkrachting. Salah Sheekh concludeerde dat een dergelijk leven erg gevaarlijk was en moeilijk vol te houden en ontvluchtte dus zijn land. In Nederland vond de staat dat hij weliswaar ernstige dingen had meegemaakt, maar dat geweldpleging die hem en zijn familieleden was ten deel gevallen, aan de willekeurige kant was en dat de discriminatie niet dusdanig was dat hij het hoofd niet boven water kon houden in Somalië. Daarnaast had hij ook nog eens gelogen over zijn leeftijd.

    Anders dan de Veel Veel Dom bestudeerde het Hof de zaak zeer grondig en stelde zich uitgebreid op de hoogte van de positie van de Ashraf clan in Somalië. Het kwam tot de conclusie dat de levensomstandigheden van de Ashraf clan dusdanig ernstig zijn (inderdaad: discriminatie, geweldpleging, verkrachting en moord is hun deel; en dat is alleen met geluk te vermijden) dat het onverantwoord is een lid van deze clan terug te sturen naar Somalië.

    Eerbiedigen
    Nederland was aanvankelijk teleurgesteld over deze uitspraak en bestudeerde de beroepsmogelijkheden. Al spoedig bleek dat de regering zich moest neerleggen bij de uitspraak. Maar niet klakkeloos, dus.

    Nederland heeft zich vastgelegd bij verdrag de mensenrechten te eerbiedigen. En het heeft het Straatsburgse Hof aanvaard als bewaker van dat verdrag. Het Hof staat er niet om bekend dat het een bolwerk is van wereldvreemde geitenwollen sokken, mensenrechtenterroristen , de Linkse Kerk, destabilisatoren, communistische spionnen of andere te benoemen naarlingen. Het wijst ook zeer veel klachten (waar onder tegen Nederland) af. In de zaak van Salah Sheekh was de uitspraak unaniem gedaan door zeven rechters van verschillende Europese nationaliteit. Die unanimiteit is een belangrijk aspect.

    De uitspraak is o.a. hier in zijn geheel te lezen. Het beschrijft de asielredenen en de vluchtroute van Salah Sheekh, hoe de procedure in Nederland verlopen is, hoe het Hof haar onderzoek gedaan heeft en hoe het tot zijn uitspraak is gekomen.

    Onbegrijpelijk
    Terug naar het artikel in het AD:

    “Nederland bekeek asielzaken voorheen altijd van geval tot geval. Maar uit de uitspraak van het hof volgt dat alleen al het behoren tot een bepaalde groep een verblijfsgrond is. Staatssecretaris Albayrak (Vreemdelingenzaken) neemt deze groepsbenadering over.”

    Helemaal juist is dat niet. Het is eerder voorgekomen dat bepaalde bevolkingsgroepen eventueel in aanmerking konden komen voor asiel op basis van groepsvervolging. Het gaat dan ook niet simpel om groepsbenadering, maar om groepsvervolging.

    Het AD vervolgt:

    “ De VVD vindt dat onbegrijpelijk”.

    Als ik de groepsbenadering hier mag toepassen, zou ik adviseren: alle VVDers hun schoolgeld teruggeven.

    “” Als morgen één persoon van een minderheidsgroep uit Somalië in Nederland wordt toegelaten, staat een dag later de hele groep voor de deur,” aldus fractievoorzitter Rutte.”

    Zegt het AD. Nogmaals, waar blijven nu al die Somalische minderheidsgroepen? En: snapt Rutje nu eigenlijk dat de uitspraak niet alleen in Nederland van toepassing is maar ook in andere Europese landen?

    Fietsjunken
    Omdat het vakantie is en er verder in dit seizoen niets anders te doen is dan komkommers en fietsjunken heeft Rutje de asielzoekers maar weer eens van stal gehaald. Hij weet van zijn partijgenote mevr. Verd. en van Vilders dat het altijd positief scoort om het buitenlandergevaar aan te scherpen en gerechtshoven aan de kant te schuiven als waren het vervelende stoorzenders. Het AD vond het blijkbaar allemaal zó onbelangrijk dat het artikel nu al niet meer terug te vinden is op zijn website.
    Toch blaast Rutje in het AD hoog van de toren op de gebruikelijk geborneerde manier die het ware populisme kenmerkt:

    “” Albayrak wil die groep op basis van dit vonnis nog toelaten ook. Dat is volstrekt ondenkbaar. Alleen met individuele beoordeling kunnen we vluchtelingen scheiden van economische migranten.””

    Om met het laatste te beginnen: Mensen die je als groep toelaat (voor zover dat het geval zal zijn) zijn dus per definitie voor een groot deel economische migranten? De positie van de Ashraf bekijkende, zit daar inderdaad een economisch aspect aan. Economische benadeling of uitsluiting zijn namelijk bij voorkeur ook vervolgingsmechanismen. Mensen als de Ashraf komen hier niet in de eerste plaats vanwege de slechte economische situatie in hun land, maar vanwege de rechteloosheid die tot die slechte economische situatie geleid heeft. Dat maakt dat de ene economische migrant vluchteling kan zijn en de ander niet. Het begrip ‘economische migrant’ zegt dus niets.
    Verder sluit het aanvaarden van groepsvervolging niet uit dat de asielverzoeken toch individueel beoordeeld worden.
    Maar dan volgt de uitsmijter van het artikel:

    “De VVD wil dat Albayrak het vonnis naast zich neerlegt. “Landen als Frankrijk en Groot-Brittannië hebben al vaker een uitspraak van het hof naast zich neergelegd. Dit heeft zulke grote gevolgen voor het asielbeleid, dat Nederland dat ook moet doen,” zegt Rutte.”

    Niet liberaal
    Nederland heeft het EVRM ondertekend en daarmee heeft ons land zich verbonden, uitspraken van het Straatsburgse Hof te respecteren en uit te voeren. Het zou ook heel vreemd zijn eerst gezamenlijk plechtig af te spreken dat je de rechten van de mensen die zich op je grondgebied bevinden - van wat voor kleur of afkomst ook - zult eerbiedigen, daartoe een scheidsrechter aan laat treden en vervolgens de oordelen van die scheidsrechter in de wind te slaan.
    Als Rutje dát wil, dan is hij op de verkeerde weg. Dan ontnemen Rutje en zijn partij rechtzoekenden hun mogelijkheden om op grond van wetten en verdragen hun rechten te doen gelden. Dat lijkt me niet liberaal, niet in de geest van de democratie, onrechtvaardig, onrechtmatig en het ontneemt op willekeurige wijze mensen hun vrijheden.

    Bij mijn weten is het ook niet juist dat Frankrijk en Groot-Brittannië zomaar uitspraken van het EHRM in de wind hebben geslagen. Turkije (ook aangesloten bij het EVRM) heeft dat wél gedaan. Maar ik kan mij niet voorstellen dat Rutje en zijn oppositieclubje een rechtsstaat willen als de Turkse.

    Maar al zou het zo zijn dat Frankrijk en Groot-Brittannië uitspraken van het Hof naast zich neergelegd hebben, is dat dan een reden voor Nederland om dat ook te doen? Is dat niet wat vreemd voor een land dat de wereld tribunalen en internationaal recht wil garanderen?

    En wat wil Rutje nu eigenlijk met zijn uitspraken? De kiezers van Vilders terughalen? Mevr. Verd. en de haren binnenshuis houden? Het recht uitschakelen? Aanzetten tot gebrek aan respect voor de mensenrechten? Scoren als mannetjesdier?

    Wat mij betreft maken dergelijke uitspraken een partij ongeschikt als oppositiepartij (en onaanvaardbaar als eventuele regeringspartij) in een rechtstaat. Het getuigt van bangelijkheid dat andere partijen Rutje hierover niet eens flink durven onderhouden. Hierin ligt meer reden voor verontrusting dan in menig kunstwerk.

    BP

    Labels:

  • CONTACT
  • Facebook