woensdag, februari 13, 2008

 

Van niets naar nergens 04











Van boven naar beneden: Afrikaanse palm gierzwaluw (Cypsiurus parvus); foto van web site
http://www.birdforum.net/bird_view.php?bid=67 . Het Monument aan Independance Avenue (fotograaf onbekend). Een woonblok in Northmead, met daarvoor bloeiende jacaranda's (foto:
http://zambia.maruien.com/zambia/zambia_lusaka03.htm ). Bloeiende jacaranda in Lusaka (foto: http://zambia.maruien.com/zambia/zambia_lusaka03.htm ). Bloeiende jacaranda's aan Montagu Avenue, Harare, Zimbabwe (foto: Wikipedia).


Eindelijk weer vrij om te staan en te gaan waar ik wilde zonder ergens op te hoeven wachten, liep ik de backpackers lodge uit. Welke richting zou ik uit wandelen?
Opeens merkte ik dat ik nog geen lunch gehad had afgezien van wat vliegtuigvoer en wat vliegveldrommel. Dat maakte de keus iets voor de hand liggender. Ik liep richting Great East Road aan de noordkant waarvan zich het winkelcentrumpje van Northmead bevindt. Het heeft wat marktstalletjes, wat supermarktjes, winkels en eet- en lunchtentjes. Northmead was op een gemakkelijke loopafstand. Dat wil zeggen: lopend in Europees tempo. De middag was warm en stoffig. De meeste zijstraten in Lusaka zijn niet of slecht geplaveid en de meeste trottoirs zijn sowieso niet geplaveid. Dat maakt slenteren in Lusaka in het droge seizoen tot een stoffige aangelegenheid die de dorst versterkt en het wandeltempo aanzienlijk verlaagt.
De zijstraten rond de backpackers lodge leiden door een slaperig buurtje waar de bewoners passerende blanke buitenlanders gewend zijn. Mijn vliegtuigverse bleke huidskleur deed de lokale jeugd wel staren. Maar er werd maar weinig geroepen. In buitenwijken van Lusaka en ook elders in Zambia word je meestal door kinderen nageroepen: Hey musungu! (Hé blanke!) en How are you (spreek uit: Houwajóé}. Maar in deze buurt was daar weinig van te merken.
Northmead lag er rustig en dromerig bij. Er was niet heel veel geopend. Ik stapte een lunchgelegenheid binnen, waar een bord pastry en cool drinks beloofde. De winkel was leeg. Er stonden wat verlaten plastic stoeltjes en tafeltjes, er was een vitrine met wat pasteitjes, samosa’s en worstjes en een koelkast met water, frisdrank en yoghurt. Op wat reclames na was de zaak kaal. Van achter de winkel klonk een radio.
De leegte duurde en er gebeurde niets in de winkel. Geen klanten, geen personeel. Ik riep maar eens ‘odi!’ (volk!) en er kwam antwoord uit het achterste van het gebouw, gevolgd door een kleine, zwetende man met een schort voor. Zich het voorhoofd bettend en excuus makend vroeg hij wat ik wenste. De trek deed mijn maag inmiddels hard knorren en ik overwoog de keuze zo vet mogelijk te maken. Maar ik bedacht mij dat dat nog vaak genoeg zou kunnen in dit land. Er waren vegetarische samosa’s in de vitrine. Daar kocht ik er twee van, en twee pakjes Zuidafrikaans vruchtensap. U bent net aangekomen? vroeg de snack-baas, mijn witte gezicht monsterend. Ja. En waar ik dan vandaan kom? Ik probeerde het met The Netherlands. En zowaar, hij wist waar dat ligt. Maar U komt ook niet uit Zambia, ging ik verder, Uw accent klinkt Zimbabweaans. Ja, dat klopte! En hoe ik dat dan wel kon horen? Omdat ik een paar keer in Zimbabwe was geweest. Het klopte, hij kwam uit Marondera ten oosten van Harare. Zijn broer was al in de jaren tachtig naar Lusaka gekomen omdat hij met een Zambiaanse was getrouwd.
Maar zijn broer was overleden en zijn schoonzus had veel moeite om de lunchroom te runnen en voor de kinderen te zorgen, want zij had weinig familieleden. Daarom was hij een paar jaar geleden naar Lusaka gekomen om zijn schoonzus te helpen. Zijn vrouw en kinderen waren dit jaar ook naar Zambia gekomen. En dat was maar goed ook, want het is momenteel erg moeilijk om in Zimbabwe geld te verdienen. En het is ook moeilijk om er je kinderen op te voeden.
Well, U heeft misschien van de problemen in Zimbabwe gehoord?
Ja, helaas.
Ach meneer, en het wordt maar slechter. De situatie is ernstig (the situation is serious; ‘serious ‘ is een Zimbabaweaans stopwoord voor alles wat niet prettig is). Maar hier in Zambia zijn wel kansen.
Maar mist U Uw land niet? Marondera is toch vlak bij de Eastern Highlands en het is daar prachtig.
Ja meneer het is prachtig en Lusaka is niet zo mooi. Maar in Lusaka kan ik geld verdienen en hier zijn geen problemen.
We praatten nog wat verder. De snackbar-baas had er blijkbaar plezier in, want hij kwam bij mij aan het tafeltje zitten. Hij vertelde over Marondera en Harare. Dat het in de jaren tachtig allemaal zo mooi was. Dat hij en zijn broer beide lid waren van ZANU-PF , de partij van president Mugabe. Our future looked bright, but now it is veeery different. En zo praatte hij nog wat door tot mijn samosa’s op waren en ik aanstalten maakte om weg te gaan. Of ik vegatariër was? Well, not particularly. Want hij had nog twee kleine pasteitjes met rijstvulling en bonen. Of ik die niet wilde hebben? Nu ja ze kostten een prikkie, dus vooruit maar. Ik vroeg er nog twee flesjes water bij. En of ik nog eens terugkwam? Tja, misschien. Als U terugkomt moet U mij vertellen waar U geweest bent in Zimbabwe! En hij ging als een portier bij de deur staan en maakte een lichte buiging.
Ik liep nog wat langs de huizenblokken in Northmead. Er voetbalden kinderen in het gele gras en van de balkons klonk muziek. Daarna zocht ik een geschikte plek om Great East Road weer over te steken. om de stille suburbs weer in te lopen. Lusaka is niet echt het toonbeeld van een bruisende stad. Wie geld heeft en een auto kan er comfortabel en aangenaam wonen. Wie minder geld heeft en geen auto, kan ook nog redelijk comfortabel en prettig wonen in Lusaka. Maar je bent dan wel afhankelijk van de minibus, want de afstanden zijn groot. En wie weinig of geen geld heeft - en dat zijn de meeste mensen in Lusaka - woont onder een golfplaten dak tussen de kakkerlakken. Van dat laatste was in de rustige wijk waar ik doorheen liep niets te merken.
Lila bloeiende jacarandabomen stonden langs de straat. Hun kleverige bloesem bedekte de rood okeren grond. Ze bleven plakken aan mijn schoenzolen. Onwillekeurig deden zij mij denken aan de eerste keer dat ik in Harare in Zimbabwe was. Het was twee jaar na de onafhankelijkheid - in 1982 - en midden in het jacaranda seizoen. Harare had een paar lanen vlakbij het centrum die geheel lila waren van de bloeiende jacaranda’s. Ook in Lusaka zijn de jacaranda’s ingevoerd, maar er zijn geen lange jacarandalanen. Hier en daar stonden ook wat palmbomen waar palmgierzwaluwen af en aan vlogen.
Bij Church Road werd het straatbeeld weer wat drukker. Ten oosten van de spoorlijn, die Noord - Zuid loopt heeft Lusaka drie drukke verkeersaders die alledrie Oost - West lopen. De noordelijke is Great East Road, de middelste is Church Road en de zuidelijke is Independance Avenue.
Ik stak Church Road over en liep langs Evelyn Hone College. Het college waar Godfrey gestudeerd had en waar hij later zelf les gaf, totdat hij naar Zuid Afrika verhuisde.
Na een fles water bereikte ik Independance Avenue. Het was er druk, warm en stoffig. Toen ik daar voor het eerst was - in 1982 - , was Independance Avenue nog niet zo’n drukke weg. Het was toen nog een statige vierbaans laan, het is nu één grote stoffige drukte, met langsrazend verkeer.
Ik liep naar het vrijheidsmonument. Ik herinnerde mij dat ik er in ‘82 een foto van wilde maken, zij het niet dat ik juist problemen had gehad met de plaatselijke politie over het maken van een foto. Zo maar foto’s maken in Lusaka was er in de jaren ‘80 niet bij. Overal bevonden zich wel strategisch belangrijke gebouwen in de stad en die mochten niet gefotografeerd worden. Nu is dat wel anders, maar ik ben sindsdien nog steeds argwanend met een fototoestel in Lusaka.
Al slenterend was het laat in de middag geworden. Rond zes uur wordt het donker in de tropen en ik besloot maar weer naar de lodge te lopen. Ik had ook eigenlijk wel genoeg gezien, die dag.

BP

Labels:

  • CONTACT
  • Facebook