donderdag, februari 28, 2008

 

No country for old men.



No country for old men … dat mag een waarschuwing heten aan iedere bezoeker.
Bij voorkeur zit ik op de voorste rij in de bioscoop. Voldoende ruimte om de benen te strekken en (althans in het Haagse Filmhuis) ook voldoende ruimte om je jas neer te leggen en je glas wijn neer te zetten. Maar bovenal : de rest van het publiek zit achter je - ze hadden er ook níét kunnen zijn - en de film is vóór je. Een goede film is zelfs om je heen. Het geklaag van mensen die zeggen dat ze pijn in hun nek krijgen op de voorste rij, ach, mietjes zijn het, die een film niet aandurven.
Maar goed, No Country for Old Men dus. Ik moest hem op de voorste rij delen met rechts van mij twee grijze dames op leeftijd. Ze roken naar pepermunt. Dat deelden ze elkaar ook uit om de spanning te stelpen. Niet voor niets: Javier Bardem leek geknipt om de volgende grote Dracula te gaan spelen. Hij stak enige malen een injectienaald in zijn huid. Ik sloeg de ogen neer. Die meneer vindt het ook naar, zei de ene dame tegen de ander. Vervolgens zag ik de naald toesteken. Ik wil voor niemand onderdoen.
Er liggen nogal wat lijken in de film. Gelukkig gaat het voor een deel om hondenlijken. Josh Brolin schiet in een meesterlijk schot zelfs een aanvallende pitbull neer. Wat maar weer bewijst dat er zelfs in een Coen film nog hoop bestaat. Nu ja, niet véél hoop. Het kwaad blijft er immer in leven. De dames naast mij schrokken van iedere bloedige daad, maar vonden het landschap vooral erg indrukwekkend. Maar die nare mensen! Amerika is een gewelddadig land, concludeerden zij onderling, pepermunt zwetend.
Links van mij zat een clubje van drie jongens. Geen pepermunt voor hún. Zij deelden een fles rode wijn. Druk legden zij elkaar de film uit. Vooral de humor die erin zou zitten. Ze hadden de grap steeds door, onze drie jongens! Na de lijken moest er één naar de wc. Na de volgende lijken moest de volgende naar de wc. Goed dat onze knullen geen bier dronken. Slecht voor hun merkkleding ook.
De film heeft een zogenaamd open einde. Dat viel de merkjongens wat tegen. Het kwaad was niet gegrepen. De wet heeft niets dan een overbodige rol in het verhaal. Iedereen gaat dood. Alleen de wet en het kwaad blijven in leven. Één wijnknulletje grapte: ik wil mijn geld terug.
Een land waar zulke nare dingen gebeuren heeft de wereld alleen maar narigheid te bieden, zei de ene grijze dame tegen de andere. Wat bedoelde zij? Een land waar pronghorns gestroopt worden? Een land waar een Spaanse acteur het aangeboren kwaad speelt? Een land waar een Schotse actrice de vermoorde onschuld speelt? Een land leeg, groots, en immoreel als de wijde wereld zelf?
Blij dat ik de volgende morgen niet naar Amersfoort hoefde, verliet ik het Filmhuis.
BP

Labels: ,

  • CONTACT
  • Facebook