dinsdag, januari 12, 2010

 

Van niets naar nergens 17



Van boven naar beneden: Lusaka begin jaren '80 (klik op het plaatje voor een vergroting; Henry Tayali, resident artist van de University of Zambia in 1982 (plaatje Wikipedia); Kakkerlakken, de voornaamste huisdieren in Lusaka; University of Zambia; Recent straatbeeld van Lilanda township (plaatje Lusaka Times)

Lusaka is een uitstekende plaats om na te denken over reisdoelen. Al was het alleen maar omdat de stad zo saai en duur is dat ze je geen andere mogelijkheid biedt dan om verder te trekken.
Toch is de stad me door de jaren heen dierbaar geworden. Niet zoals een fraaie, historische Europese stad, maar als een stad met een herkenbaar karakter. Het is geen bijzonder uitgesproken karakter en voor de historie van hun stad hebben de bewoners van Lusaka weinig oog – arm als zij zijn -. Ze is de hoofdstad van een land dat zijn plaats op het wereldtoneel nog niet heeft ingenomen of opgeëist. Zij heeft de gelijkmatigheid van een wat provinciale hoofdstad met een historie die te kort is om een boek over te schrijven, maar te lang om over het hoofd te zien.

Mijn eerste kennismaking met de stad was in september 1982 om redenen die ik eerder beschreef. Henry Tayali – de resident artist van de universiteit – bracht mij van het vliegveld naar Ridgeway Campus, de studentencampus van de medische faculteit en vlakbij University Teaching Hospital, het academisch ziekenhuis. Daar kregen de deelnemers van de workshop hun kamers. Ik kreeg er de kamer van een blijkbaar zeer christelijke student. Aan de wanden en aan het prikbord hingen afbeeldingen van een Jezus die een zieke heelt, een Jezus die meewarig naar de armen kijkt, een Jezus die ons van de zonden redt. En plaatjes en artikelen over het dagelijkse bestaan in Afrika en de rol die de goede christen daarin speelt. Ieder zijn meug, dacht ik, nog niet wetende dat Zambia één van de meest christelijke naties in Afrika is.

Een Europese workshop-genoot riep dat hij een wild dier in zijn kamer had. Denkend aan zebra’s, antilopen, etc. liep ik naar zijn kamer. Hij had een kakkerlak gevangen. Die zelfde nacht nog zou ik merken dat kakkerlakken ’s nachts lawaaiig zijn en een feit des levens in Lusaka.

Teruglopend naar mijn kamer kwam een werkster de trap af lopen met een tafel op haar hoofd. Ze groette vriendelijk.

Ik verkende de omtrek van de campus. Het was nog morgen maar de ochtendkilte had plaats gemaakt voor een prettige, droge, zomerse temperatuur die de geur van bloemen, gewassen en stof deed aanzwellen. De omgeving van de campus was parkachtig en in de nabijheid van twee zeer chique hotels. De meeste officiële gebouwen waren niet al te hoog en scholen achter de bomen en struiken van weelderige tuinen. Er was weinig verkeer. Het meeste was openbaar vervoer en vrachtwagens. Op een bordje stond ‘robots ahead’. Ik vroeg mij af of er in deze stad robots rondliepen. Het bleek om verkeerslichten te gaan. Er was een postkantoortje in de buurt. Altijd handig om te weten in een tijd dat communicatie een omslachtiger kwestie was dan vandaag de dag.

Na het postkantoortje was er ruimer uitzicht. In de verte lag de skyline van het centrum van de stad met een rijtje torenflats. Ik maakte een dia van het uitzicht, maar dat bleef niet onopgemerkt. Vlak voor mij lagen enige barakken en dat bleek een politiekamp te zijn. Dat maakte de politiebeambte duidelijk, die er opeens was. Waarom ik de foto maakte? Tja, vanwege die skyline. Of ik wist dat ik politiebarakken fotografeerde? Nee, dat wist ik niet; het ging mij meer om de skyline. Of ik een paspoort bij mij had? Ja, dat had ik bij me en een introductie brief van Henry Tayali. Vriendelijk doch dringend werd ik erop gewezen dat politiebureaus en barakken niet gefotografeerd mochten worden in Lusaka. Mij werd verder een prettig verblijf in Zambia gewenst.

In de middag werden we door Henry Tayali rondgeleid op het universiteitsterrein, halverwege de stad en het vliegveld. Bij de onafhankelijkheid was de universiteit geschonken aan Zambia door Israël. Maar toen de diplomatieke betrekkingen met Israël verbroken werden, was de universiteit nog niet voltooid en dat was verder zo gebleven. De gemaaide grasvelden om de schoolgebouwen lagen geel te blakeren in de middagzon. Buiten het terrein schoten gras en struikerij hoger op en daarachter lagen in de verte Lusaka City Airport en de sloppenwijk Kalingalinga.

Gedurende de volgende dagen verkeerden wij als kunstenaars natuurlijk vooral op het universiteitsterrein om daar werkzaam te zijn in de workshop. Maar voor inkopen moesten we in Cairo Road zijn. Cairo Road lag een flink stuk van Ridgeway Campus vandaan, maar de eerste keer liepen we er verkennenderwijs naartoe. We liepen van oost naar west via Independance Avenue. Tegenwoordig een drukke verkeersweg, maar in 1982 nog redelijk rustig. Vlak voor Cairo Road leidt de weg over een viaduct over het spoor. Vanaf het viaduct is aan de noordkant het station te zien. De meeste activiteit en het meeste treinverkeer vond ook toen al vooral plaats in de morgen en de avond. Het rangeerterrein lag er verlaten bij. Aan de zuidkant van het viaduct zagen we de spoorlijn recht de struiksavanne en de stoffige verte in lopen. Veel mensen liepen over de rails op weg naar Luburma market, toen nog de belangrijkste markt bij het centrum.

In Luburma Market was alles te koop. Van kleding, fruit en vis tot meubilair en fietsonderdelen. Ik liep er met een andere workshopganger rond en beide waren we gewapend met een camera. De mensen bekeken ons met argwaan. Slechts een enkeling wilde graag op de foto. Mijn collega merkte er niets van en stapte zonder blikken of blozen het armste gedeelte van de markt binnen, waar kooplui vrijwel constant onder jute lappen en plastic woonden, en ging daar foto’s maken van de manden die die arme lui hadden om hun koopwaar mee te vervoeren. De kooplui wisten niet wat hun overkwam. Iemand die foto’s van hen liep te maken, moest wel verdacht zijn, want waarom zou zo’n wildvreemde blanke nu geïnteresseerd zijn in armeluikoopwaar? Later bleek dat we ook op de markt niet mochten fotograferen zonder toestemming van de voorzitter van de markt. Dat bleek toen ik een dia stond te maken van Findeco Building, dat vlak achter de markt oprees.

Cairo Road was nog niet de drukke heksenketel die ze in de jaren ’90 zou worden. Maar alle zaken als het herbevestigen van tickets, het reserveren van reizen, het wisselen van geld en het kopen van zaken als petjes, klamboes en medicijnen konden niet anders plaats vinden dan in Cairo Road. Aan Cairo Road stond de hoogbouw zoals die in een zakencentrum behoort te staan, met veel beton. Het waren de grote gebouwen waarin de regering haar aandelen in koper, grondstoffen, landbouw en ontwikkeling kenbaar maakte. De Zambiaanse staat was goeddeels op socialistische leest geschoeid en het staatsbezit moest uiteraard tot uiting komen in frisse, moderne, betonnen architectuur, een jonge, energieke staat waardig. Cairo Road zelf was vierbaans met een vluchtheuvel in het midden met bomen, palmen en bloeiende struiken. In Cairo Road was allerlei noodzakelijks te koop, zoals boeken, kantoorartikelen, schoenen, kleding en voedsel. De Zambianen hadden niet veel geld dus bijzonder druk was het niet en veel winkels hadden metalen spijlen voor de etalages tegen vernieling en inbraak.
Meermaals werden wij gewaarschuwd uit te kijken voor zakkenrollers. De betonnen kolossen stonden fier omhoog, maar de rest van de bebouwing had de vervallen voornaamheid van een voormalige Britse kolonie.

Aan de westkant van Cairo Road ligt Chachacha Road. Daar was in die tijd Mpapa Gallery gevestigd. Mpapa Gallery was de belangrijkste kunstgalerie van Lusaka en daarmee van Zambia. De ruimte zelf leek niet die pretentie te hebben. Ze was vrij klein en de sfeer tijdens een opening was gemoedelijk, met wat Afrikaanse achtergrond muziek en bier, veel bier.

We bezochten de Masiye Club, een dans- en drinkgelegenheid met zijn eigen Masiye Band en met de Masiye Dancing Girls. De band speelde eigen nummertjes en fletse covers van Angelsaksische popmuziek. De band was in die tijd redelijk populair in Zambia en ook in Zimbabwe waren zij bekend. Wat ik me vooral herinner was het stijve optreden en de grote, holle vissenogen van de zanger, een lange, magere jongen die al jaren vergeten leek te zijn dat je zingen met enig plezier kunt doen. Van de Dancing Girls herinner ik mij dat ze rode jurkjes aan hadden. Hun blik stond op oneindig en hun bewegingen waren routineus en ongeïnteresseerd.

De Zimbabweaanse beeldhouwer John Takawira keek met het grootste dedain naar de dansvloer. Naar zijn oordeel konden de meeste mensen niet dansen. De Europeanen konden dat volgens hem niet helpen, maar ook de meeste Afrikanen stonden in zijn ogen maar wat te springen. Ik vroeg hem hoe er dan wel gedanst moest worden. Hij ging met zijn grote lijf nonchalant tegen de muur leunen, in de ene hand een fles bier, de andere hand op de heup. Hij draaide zijn kaal geschoren hoofd quasi ongeïnteresseerd een andere kant op en liet zijn heupen schommelen, terwijl hij niet van zijn plaats kwam en tegen de muur bleef leunen. - Look Peter! That is the basic movement! Sprak hij onderwijzend.
Ik deed het hem na en het lukte wonderwel na enig oefenen, ondanks het feit dat ik niet zo’n groot lichaam en zo’n grote buik had als John Takawira.
In de bus terug naar Ridgeway Campus bleek mijn horloge van mijn pols gestolen, tijdens of tussen het dansen door. Het was het horloge van mijn enige jaren daarvoor gestorven vader. Het opwinduurwerk zal het inmiddels niet goed meer doen. Misschien dat het nu als versiering of fetisj gebruikt wordt. Of het licht ergens onder enorme stapels afval in het Afrikaanse stof een eeuwige tijd aan te geven.

Er was ook een theater- annex dansgroep als onderdeel van de workshop, compleet met Afrikaanse trommels. Het dansen gebeurde op verschillende locaties. Er werd geoefend op de gazons van de Universiteit. En vervolgens werd er opgetreden in Munda Wanga Gardens en in een buitenwijk.

Munda Wanga bestaat nog steeds. In die dagen was het een botanische tuin die betere tijden gekend had, met wat kooien waarin leeuwen en dergelijke op hun dood lagen te wachten. Tegenwoordig is Munda Wanga een fraaie botanische tuin met een modern dierentuintje, compleet met kweek- en fokprogramma’s, met vrijwilligers en met een educatief programma voor scholen. Hoewel de tuin in ’82 wat verwilderd was viel er nog behoorlijk te genieten van allerlei bloeiende exotica. De dansgroep trad er op voor een publiek van workshop-collega’s en van tuinpersoneel. Er waren verder geen bezoekers in de botanische tuin.

Er waren wel veel bezoekers bij een optreden op een open plek in de wijk Lilanda. Vooral als de danseresjes met hun verleidelijk schokkende heupwiegen voorbij kwamen, kostte het moeite het mannelijk publiek op afstand te houden. Een groot deel van de opdringerige mannen was ook aangeslagen door het drinken van Afrikaans bier. Dat zag er grauw en dik uit en het rook naar gist. Mij werd aangeraden het niet te drinken, want je kon niet weten wat voor rommel men in het brouwsel gegooid had. Het zou wel veilig zijn om de commercieel verkochte Chibuku Shake Shake te drinken. Dat was mijn eerste kennismaking met dit Afrikaanse bier in kartonnen pakken. Het had dezelfde grauwe kleur als het huis gebrouwene, maar het stonk minder naar gist. Wel stonk het naar overgeefsel en Chibuku uit het karton is dan ook tot op de dag van vandaag geen favoriet van mij geworden.

Naast een bezoek aan de Zambiaanse graficus Patrick Mw. die ook aan de workshop deelnam, was dit mijn eerste kennismaking met een Afrikaanse stad en met Lusaka in het bijzonder. Of en hoe vaak ik er nog terug zou komen wist ik toen niet. Na een bezoek aan South Luangwa National Park was ik nog kort in Lusaka om een reis te boeken naar Harare in Zimbabwe. In die laatste stad zou ik toen langer verblijven dan in Lusaka. Toch zou ik vier jaar later weer terugkeren in Lusaka, waarvan ik de contouren nu kende.

BP

                                                                                                                                    

Labels:

  • CONTACT
  • Facebook
  • 1 Comments:

    Blogger VLR said...

    Dear Cedamott,

    Reactions with fishy content will be removed.

    VLR

    woensdag 4 mei 2011 om 09:07:00 CEST  

    Een reactie posten

    << Home