donderdag, mei 03, 2007

 

In memoriam Mstislav Rostropovich




Van boven naar beneden: Mstislav Rostropovich, Pierre Fournier, Pablo Casals.

Wie kan zeggen wie de grootste cellist was? Volgens de Engelstalige Wikipedia http://en.wikipedia.org/wiki/Mstislav_Rostropovich was dat Mstislav Rostropovich, die 27 april overleed. Mijn kennis omtrent cellisten is beperkt.
Was het Pablo Casals? Die ken ik van de zes cellosuites van Bach (zo’n beetje uitgevonden door Casals) en wat opnames uit de jaren '50 van het Prades festival met kamermuziek van Mozart, Beethoven, Schumann en Brahms. Zijn gepassioneerde aanpak wint je makkelijk voor alle muziek die hij speelt. Hier en daar vliegt er eens een noot weg en hier en daar blijkt de aanzet van een streek belangrijker dan het uiteindelijke resultaat ervan, maar dat draagt in feite alleen maar bij tot Casals’ grootheid.
Was het Pierre Fournier? Misschien wel één van de meest Frans klinkende cellisten ooit (ook weer zo’n uitspraak…). Het stuk dat ik het eerste van hem kende was het Tripelconcert van Beethoven, samen met andere (quasi-)legendes als Géza Anda in de ongelofelijk ondankbare pianopartij, Wolfgang Schneiderhan - naar mijn idee vooral beroemd om zijn accurate maar saaie spel - en dirigent Ferenc Fricsay die alles indrukwekkend massief maakte. Waar de andere drie hun ernstige best deden, leek Fournier compleet op te gaan in zijn bijdrage. Vanaf zijn eerste noot maakt hij van het stuk (toch bepaald niet één van Beethoven’s meesterwerken) iets bijzonders. Waar Schneiderhan klinkt als een kirrende keukenmeid, klinkt Fournier als een engel. Later kwamen daar meer werken bij: het onvermijdelijke celloconcert van Dvorak, de even onvermijdelijke Rococo variaties van Tchaikovsky en concerten van Schumann en Saint Saëns en wat kamermuziek van Chopin en van Beethoven. Alles met die oneindig poëtische vervoering.
Nu ja en zo ken ik nog wat celloconcerten van Dvorak, Rococo-variaties, Bach suites en Beethoven sonates met verschillende cellisten variërend van prachtig tot fantastisch.
Torent Rostropovich daar nu bovenuit? Aanvankelijk was ik weinig gecharmeerd van Rostropovich. Ik vond dat hij een zooitje maakte van de cellosuites van Bach. Oeverloos romantisch gekweel in plaats van een levendige Bach. Wie Bach verbruit, verbruit het bij mij. Maar dan de Beethoven sonates (samen met Richter). Het eerste wat opviel was dat Rostropovich ze volledig speelt. De meeste cellisten doen dat niet. Naar mijn smaak één van de ergste vormen van gebrek aan respect die je Beethoven aan kan doen. Beethoven dacht in volumes en verhoudingen en niet alleen maar in aardige themaatjes. Wat bij Rostropovich en Richter bovendien opvalt is dat zij de spanningsbogen die Beethoven creëerde met zijn volumes fraai uitbuiten. Een kans die andere koppels dus laten liggen (o.a. Tortelier - Heidsieck, Fournier - Fonda, Bijlsma - Van Immerseel). Daarmee was ik al weer meer gewonnen voor Rostropovich. Daarna volgden (uiteraard) het Dvorak concert en de Rococo-variaties en op dvd de memorabele uitvoering van het Dubbelconcert van Brahms met de waarlijk legendarische David Oistrakh (viool) en het Moskous Filharmonisch onder leiding van Kondrashin in de Royal Albert Hall. En inderdaad, alles even fantastisch. Om nog te zwijgen van de muziek van tijdgenoten als Shostakovich , Prokofiev en Britten, die componeerden voor Rostropovich.
Maar wat nu specifiek kenmerkend is aan het spel van Rostropovich, vind ik moeilijk te zeggen. Is het de intensiteit waarmee hij speelt? Andere goede cellisten spelen ook intens. Is het de passie? Memoreer dan wat ik eerder over Casals en Fournier zei. Of is het nu juist alles wat je van een cellist verwachten mag? Behalve dan de Bach suites.
Maar er is meer dat spreekt bij Rostropovich dan alleen zijn spel. En dat speelt ongetwijfeld mee in de perceptie die we van hem hebben - ook van zijn spel. Als dissident en als balling was hij hier in het Westen al meer dan een briljant musicus. Als huisvester van Solzhenitsin, leek hij een man die nergens bang voor was. Dat maakte hem terecht populair. (Overigens was Casals ook een dissident én balling: van het Franco regiem. Een feit dat toch nogal eens wordt afgedaan als een artistieke buitennissigheid van een groot artiest, of als een illustratie van het flamboyante, mediterrane karakter van Casals. Ik vrees dat één en ander meer met de verschillen in politieke percepties ten aanzien van Franco en het Sovjet regiem te maken heeft, dan met de personen van de beide cellisten). Maar het is de vraag of dat invloed had op zijn muziek. Misschien maakte het de overtuigingskracht van zijn spel groter. Maar dat is toch meer een kwestie van karakter dan van dissidentschap?
Niettemin waren voor Rostropovich artistieke vrijheid niet los te zien van persoonlijke vrijheid (evenals overigens voor Casals). Dat maakte hem zowel binnen als buiten Rusland tot een symbool. Daar staat tegenover dat zijn werk gevormd werd door zowel vrijheid als onvrijheid. Misschien ligt daarin zijn grootheid en overtuigingskracht.

BP

Labels: ,

  • CONTACT
  • Facebook
  • 2 Comments:

    Blogger Sean Jeating said...

    Ah, a wonderful human being he was. Was? Ah, no. He's not dead. Not really, would you agree?

    woensdag 25 juni 2008 om 18:18:00 CEST  
    Blogger VLR said...

    Couldn't agree more. Got him both on cd and dvd. From Beethoven to Shostakovich. But his Bach is lousy.

    BP

    vrijdag 27 juni 2008 om 16:09:00 CEST  

    Een reactie posten

    << Home