Nieuwe Villa Spelling vanaf heden verplicht.
Dames en heren!
U weet dat u zich bij het spellen sinds onlangs aan een vernieuwd groen boekje moet gaan houden. Maar de tijden vlieden! Die actualiteit is alweer ingehaald. Uw Villa heeft zojuist bij de Nederlandse en Vlaamse parlementen de handen op elkaar gekregen voor een veel betere, consistentere, consequentere en veel eenvoudiger spelling. Dus, vergeet de nieuwe spelling en ook de protesten daartegen, de volgende Villa-spelling wordt wet en op het nietgebruiken staat een publiceerverbod vanaf heden! Wet is wet! Uw Villa zal niet aftreden maar optreden!
Maar wij van de Villa zijn de kwaadsten niet. Wij zullen u stap voor stap inwijden….
- Om te beginen maaken wij een eind het inconsequente gebruik van nuu weer enkele en dan weer dubele klinkers, waar meedeklinkers ook vaak verdubeld worden, terwijl je ze niit eens uit kunt spreeken. Dus: maan, meervoud wordt: maanen. Maar man, meervoud: manen. Dus boom, meervoud: boomen. Maar bom, meervoud: bomen. Een lange i klank wordt geschreeven als ii, zooals in hiir en diir. Dat is toch veel eenvoudiger dan zoo’n raare ie. En weg met de dubele meedeklinkers!
- Dan de volgende klinkerkwestie: Waneer schryf je nuu een lange y en waneer nuu een korte? Dat proobleem is by deeze uit de weereld! We gebruiken vanaf heeden in byde gevalen de y! Het is nuu eenmaal een kwestii van beschaaving om dii leter ook te gebruiken. Onze speling is hiirmee ontwaakt uit een lange boerse, onbeschaafde sluimer, en yndelyk oopent zy de oogen om het vlyend licht te ziin dat haar toeschynt!
- Voorts is enr voortduurend veel ten doen ovenr den stomen ee. Moet daar in woordcombiinaatiis nuu een n achtenr of niit? In den laatsten spelingen werd enr driftig genruuziid oovenr of hent nuu ‘pannekoek’ was of ‘pannenkoek’. Dat proobleem is opgenlost met den niiwen Viilaaspeling : wen zeten achtenr iidenren stomen ee een n zoodat wen ons hoofd niit meer benhoeven ten breeken oovenr dii stomen ee zaak. En hent wordt dus ‘panenkoek’.
- Nuu is dtaar nog een proobleem waar niit aleen dten jeugdt maar ook dten meerdtenrhydt van dten benvolking dtoor genplaagdt wordt: hent al dtan niit gebruiken van dten d, dten t of dt. Tenrwyl dtat proobleem - gy dtenkendte dtwergen! - al zoo lang opgenlost hadt kunen zyn! Oovenral waar wen d schryven, schryven wen vanaf heedten dt! Kindt kan dten was dtoen!
- Dtan een proobleem waarby wy aanvankelyc twyfenldten of hent wencenlyc was om hent op ten losen. Hent gaat om hent genbruic van dten k, s of c. Dten oplosing is venrblufendt! Jen genbruict nuu de c oovenral waar jen hem als k cunt uitspreeken en oovenral waar jen hem als s cunt uitspreeken. In dtii genvalen cunt uu dten k of s venrvangen door c.
- Hent schpreect vanzelf dat wen hiirmee menteen dten nogal schoociiaalischtiice isch-uitgang ooc gendteeltenlyc geneeliimiineerdt heben. Wen zyn echtenr dteemoocraatiisch genoeg om in ten ziin dtat zulcsch weer venwaring op can leevenren. Om schlordigheedten schnel uit dten weg ten gaan, heben wen dtaarom benschlooten dtat achtenr iidenren s een ch wordt genschchreeven. En waar voorheen al een sch werdt genschchreeven aan hent bengin van een letenrgreep, daar venrdtubenlen wy dten ch, zooalsch in schchaapenschcheeren of in Schcheeveningen. Zulcsch opdtat buitenlandtce schchaavuiten onsch nooit meer ondtenr dten schchoenleepenl zulen loopen!
- Voor hent oovenrigen venrvangen wy dten ch door g. Dtat clinct egt veel zagtenr!
- Ook venrwedten wy enr een quartjen om dtat hent beetenr genquaaliifiiceerdt schtaat om qu ten genbruiken in plaatsch van kw. En om niit lax ten weezen cunen wen betenr dten x genbruiken dtan ks.
- En dtan nóg een eenormen inconcenquentii: in dten oudten speling isch hent woordt ‘paard’ met een d omdtat hent meervoudt ‘paarden’ wasch. Maar waarom wasch ‘duif’ dtan niit met een v en ‘huis’ niit met een z, waar dten meervoudten reschpectiivenlyc ‘duiven’ en ‘huizen’ waaren? Nix loogiicaa! Wen kyken in hent venrvolg naar dten meervoudten van al dtii woordten. Dtusch hent wordt dtuiv en huiz.
- En om dten Randtschteedtenlingen tengenmoet ten coomen (byv. dten mencen in Haajlem, Amschtenjdtam, Rotenjdtam, Dtojdtregt en Vlaajdtingen) maaken wen van iidtenren r vóój een meedtenclinkenj én op hent yndt van een woojdt in hent venjvolg een j. Maaj naa iidtenren stomen ee comt dtusch wél eerscht dten n, en daajnaa pasch dten j. Heel naaj vooj dten mencen buiten dten Randtschtadt, maaj hent isch niit andtenjsch.
Wii hent corect naar een oudtenren schpeling can venjtaalen, comt in aanmejking vooj
DTEN GROOTEN VIILAA SCHPELINGPRYSCH!
Dtoe uuw bescht!
balaadten
ai dten cajmoozynschlagenryen
waaj dten quastjenscaasch hent cooren reedtsch venjschchafenldt heeft
en ooc dten roozenboomen braavcneutenrig ten treuren schtaan
in extejoogenwoldtoojzeendten schchoken
ai dten ykenlenbeukenlendtwajsdtraavenryen
waaj hent quaakenscheendtjen hent lafgenschlaagen ganzenmandtjen afgenquajtenldt heeft
en ook dten booschgenlooken dtroomen venjreutenldt en venjcnujvdt langsch aren moeden schtaan
in laxgenbleektdtoojschchujftendt moken
jaa zoo sprak dten aamiinoozuujvenjschmaadtenaaj
daaj isch hent heelontquikendtvajkbenschtendtigdtoldtejschblonc genbiijten hent byenren zoo moe
daaj isch een iidtenjquynvenjheelendtladenjtandtendt quajccoonyn wel aan een biijtjen toe
en zal schchejpschchapschlypendt schcheejmeschpypendt schtoken
BP
Labels: Artikelen
4 Comments:
lang niit zoo gelagen!
Haha, alvast één fout: genlagen!
Groet,
Bertus Pieters
aha, ik heb het gedicht gevonden (dat ook vrij zeldzaam blijkt te zijn)
De Tokmachone
weet je wat ok van mojn zakgeld
op de rommelzolder kocht?
Een tweedehands tokmachone
doe ok voor een toentje hebben mocht
Het os natuurlojk even wennen
want ok tok nog noet zo vlot
Bovendoen mos ok een letter,
want dat staafje os kapot.
Ok zal doe laten repareren
het os mosschoen kleonogheod,
maar ok moet er wel voor sparer
Hé, ok ber weer eer letter kwojt.
Wel verdraaod, wat eer tegervaller,
het os jammer dat het de x roet os
wart daar zou ok waar aar lattar mos
dat os toch wal arg varvalard.
Ok zoa roat aars maar wat ar staaf
Ar daar gaaf da volgarda laffar.
Nu bar ok foch warkalojk kwaad.
Ok dachf aar voordaalfja fa habbar
maar haf blaak halaas aar grofa sfrop.
Ok kar roaf aars aar poflood kupar
warf mojr zakgald daf os up.
Ha die Willem!
Waaruit toch maar mag blijken dat spellingvereenvoudiging voort kan komen uit willekeur van het instrumentarium.
Groet,
Bertus Pieters
Een reactie posten
<< Home