zaterdag, oktober 25, 2008

 

Van niets naar nergens 09


Zonsondergang bij de Zambezi. Foto: Paul van Reenen op site: http://www.panoramio.com/photo/12458548 . Te zien via Google Maps

http://maps.google.com/?ie=UTF8&ll=-15.619854,30.420756&spn=0.017028,0.043774&t=k&z=15
Klik op bovenstaande link. De bebouwing op de linkerlandtong is het grensstadje Luangwa. De donkerblauwe rivier die ten zuiden van Luangwa naar het Oosten stroomt is de Zambezi. De andere rivier die in de Zambezi uitkomt (de brede rivier met zandbanken) is de Luangwa, waar het stadje naar vernoemd is. Het land op de oostoever van de Luangwa is Mozambiek. De landen op de zuidoever van de Zambezi zijn Zimbabwe en Mozambiek

Ik dronk nog een extra kop thee, want de warmte deed zich al behoorlijk voelen. Het drielandenpunt met Mozambiek en Zimbabwe was inmiddels behoorlijk door mijn hoofd aan het spoken. Zouden er nog mogelijkheden zijn voor reizigers? Het idyllische overheerste in mijn gedachte.

Toen ik er met het Zwitsers kwartet vier jaar eerder aankwam werden we ontvangen door Keith en Wendy. Twee blanke Zimbabweanen die hun inmiddels volwassen kinderen in Bulawayo hadden achtergelaten en nu waren neergestreken in een huis aan de Luangwa. Het gazon reikte tot aan het gele water en er was uitzicht op de Zambezi en de met palmen en weelderige, donkergroene bosschages begroeide oevers van Mozambiek en van Zimbabwe. Keith en Wendy hadden een benzinestation, het enige in de verre omtrek. Ook verhuurden zij bootjes. Met de bootjes konden Luangwa en Zambezi overgestoken worden naar de lodge in Mozambiek en er kon gevaren worden over Luangwa en Zambezi om de rotsige oevers te zien en het wild dat langs de rivier komt drinken. Een vaardige stuurman en gids waren daarbij noodzakelijk, want beide rivieren zijn vergeven van nijlpaarden en krokodillen.

Keith was een rijzige, tanige man met grijs haar en een grote haviksneus. Zijn vrouw was kort en mollig, met grijzend donker haar, een bril en vooral een gezicht dat steeds op een gastvrij glunderen stond. Zwaaiend wachtte zij ons op bij de benzinepompen.
- You look as if you’re in need of a nice and cold beer, zo verwelkomde ze ons, toen we gebutst, verkreukeld en bezweet uit de auto rolden.

De Cz boer en ik lieten ons door Keith de weg wijzen naar de douanebeambte om daar te melden dat we inwoners van Lusaka waren zonder paspoort, voorzien van een brief van de rijzige Zambiaan uit Lusaka. De beambte zat met een biertje verschanst achter de toonbank in zijn donkere kantoortje. Zo donker dat aanvankelijk alleen zijn ogen, zijn glimmend bezwete voorhoofd en het lichte etiket van zijn flesje Mosi opvielen.

Met veel interesse las hij de brief uit Lusaka met onze namen, geboortedata en onze gefingeerde adressen in de hoofdstad. De Cz. boer was wat vermoeid na de lange en inspannende rit. De douanier leek het te merken en ging eens rustig verzitten om de brief nogmaals uitgebreid te lezen. Na enige minuten schraapte hij de keel en nam een slok bier.
- U begrijpt dat ik u niet zomaar naar Mozambiek kan laten gaan, zei hij uiteindelijk.
De boer keek mij aan met een gemelijke blik.
- Daar gaan we weer, dacht ik, en ik zette mijn meest vriendelijke, diplomatieke gezicht op. Well, er is ons verzekerd in Lusaka dat dit voldoende is om ons door te laten naar Mozambiek en ook de mensen van de benzinepomp hebben ons dat verzekerd, sprak ik zo rustig mogelijk, daarbij een zacht Zuid Afrikaans accent suggererend om ons wat authentieker te laten lijken.
De boer keek geïrriteerd naar buiten.
- Zeg hem dat we geen geld voor hem hebben, zei hij in het Duits.
Ik deed net of ik niets gehoord had en bleef de beambte vriendelijk aankijken.
- Uw vriend is Afrikaner? vroeg de beambte.
- Nee zijn ouders zijn geboren in Zwitserland. Afrikaans en Zwitsers lijken wat op elkaar, verzon ik, prettig zelfingenomen.
De beambte leek niet goed te weten wat nu de beste volgende stap zou zijn. Hij hield zich nog even stil en bestudeerde opnieuw de brief uit Lusaka. Ik bleef ook stil, in de hoop dat de boer verder zijn mond zou houden.

Na zijn laatste slokje bier genuttigd te hebben zei de beambte dat hij de andere mensen van het gezelschap ook persoonlijk moest zien.
- Komt u dan maar met ons mee, stelde ik voor.
- Nee! Jullie moeten allemaal hierheen komen, zei de beambte gebiedend.

En zo dropen wij af, terug naar de benzinepomp. De studentjes en de boerin zaten op het gazon met een koud biertje, terwijl Keith en twee helpers onze bagage in een boot legden. De boer verordonneerde zijn vrouw en de twee studentjes mee te gaan naar het douanekantoor. Die sputterden, waarom moesten zij dan mee komen? Er waren toch geen pasfoto’s om onze gezichten te vergelijken? En ze waren blij even op het gras te kunnen zitten na de reis. Ik liet de discussie verder aan de boer over. Keith bood aan mee te gaan.
- Hij wil waarschijnlijk geld zien, concludeerde hij.
- En dat gaat u hem geven? vroeg de boer verbaasd.
- Nee, zei Keith.
We kwamen weer bij het douane gebouwtje. Keith ging joviaal als eerste naar binnen.
- Hi, ik kom je even mijn gasten uit Lusaka voorstellen. Ze steken vanavond nog over en dan komen ze overmorgen weer terug.
De douanier grijnsde allervriendelijkst.
- Welkom in Luangwa zei hij tegen ons.
Vervolgens kwam hij achter zijn toonbank vandaan en las hij onze namen op van het papier om ons persoonlijk een hand te geven.
- Zo, en hoe is het in Lusaka? Heeft het er veel geregend de laatste tijd? Hier is bijna niets gevallen dit seizoen. Moeilijke tijden!

Tijd voor een biertje was er niet meer. We zouden waarschijnlijk al in het donker aankomen aan de Mozambiekaanse zuidoever van de Zambezi. Met brede pagaaien werden wij stroomafwaarts geroeid.

BP

Labels:

  • CONTACT
  • Facebook